Genesis 10:21 | Voorts zijn Sem [zonen] geboren; dezelve is ook de vader aller zonen van Heber, broeder van Jafeth, den grootste. |
Genesis 10:24 | En Arfachsad gewon Selah, en Selah gewon Heber. |
Genesis 10:25 | En Heber werden twee zonen geboren; des enen naam was Peleg; want in zijn dagen is de aarde verdeeld; en zijns broeders naam was Joktan. |
Genesis 11:14 | En Selah leefde dertig jaren, en hij gewon Heber. |
Genesis 11:15 | En Selah leefde, nadat hij Heber gewonnen had, vierhonderd en drie jaren, en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:16 | En Heber leefde vier en dertig jaren, en gewon Peleg. |
Genesis 11:17 | En Heber leefde, nadat hij Peleg gewonnen had, vierhonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Numeri 24:24 | En de schepen van den oever der Chitteers, die zullen Assur plagen, zij zullen ook Heber plagen; en hij zal ook ten verderve zijn. |
1 Kronieken 1:18 | Arfachsad nu gewon Selah, en Selah gewon Heber. |
1 Kronieken 1:19 | Aan Heber nu zijn twee zonen geboren; de naam des enen was Peleg, omdat in zijn dagen het aardrijk verdeeld is, en de naam zijns broeders was Joktan. |
1 Kronieken 1:25 | Heber, Peleg, Rehu, |
1 Kronieken 5:13 | Hun broeders nu, naar hun vaderlijke huizen, waren Michael, en Mesullam, en Seba, en Jorai, en Jachan, en Zia, en Heber: zeven. |
1 Kronieken 8:12 | De kinderen van Elpaal nu waren Eber, en Misam, en Semed; deze heeft Ono gebouwd, en Lod en haar onderhorige plaatsen; |
1 Kronieken 8:22 | En Jispan, en Eber, en Eliel, |
Nehemia 12:20 | Van Sallai, Kallai; van Amok, Heber; |