H5704 עַד
zolang het duurt, totdat, tijdelijk

Bijbelteksten

Ezechiel 4:8En ziet, Ik zal dikke touwen aan u leggen, dat gij u niet omkeert van uw [ene] zijde tot uw [andere] zijde, totdat gij de dagen uwer belegering voleind hebt.
Ezechiel 4:10Uw spijze nu, die gij eten zult, zal in gewicht zijn twintig sikkelen daags; van tijd tot tijd zult gij die eten.
Ezechiel 4:11Gij zult ook water naar [zekere] maat drinken, het zesde deel van een hin; van tijd tot tijd zult gij het drinken.
Ezechiel 4:14Toen zeide ik: Ach, Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest; want ik heb, van mijn jeugd af tot nu toe, geen dood aas, noch dat verscheurd is, gegeten, en geen verfoeilijk vlees is in mijn mond gekomen.
Ezechiel 10:5En het geruis van de vleugelen der cherubs werd gehoord tot het uiterste voorhof, als de stem des almachtigen Gods, wanneer Hij spreekt.
Ezechiel 20:29En Ik zeide tot hen: Wat is die hoogte, waarhenen gij gaat? Nochtans is de naam daarvan genoemd hoogte, tot op dezen dag toe.
Ezechiel 20:31Ja, met het offeren uwer gaven, met uw kinderen door het vuur te doen doorgaan, zijt gij verontreinigd aan al uw drekgoden tot op dezen dag toe; en zou Ik van u gevraagd worden, o huis Israels? [Zo waarachtig als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik van u gevraagd worde!
Ezechiel 21:27Ik zal die [kroon] omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd stellen; ja, zij zal niet zijn, totdat hij kome, die [daartoe] recht heeft, en [dien] Ik dat geven zal.
Ezechiel 22:4Door uw bloed, dat gij vergoten hebt, zijt gij schuldig geworden, en met uw drekgoden, die gij gemaakt hebt, hebt gij u verontreinigd, en hebt uw dagen doen naderen, en zijt tot uw jaren gekomen; daarom heb Ik u den heidenen overgegeven [tot] een smaad, en allen landen [tot] een spot.
Ezechiel 24:13In uw onreinigheid is schandelijkheid, omdat Ik u gereinigd heb, en gij niet gereinigd zijt, zo zult gij van uw onreinigheid niet meer gereinigd worden, totdat Ik Mijn grimmigheid op u zal hebben doen rusten.
Ezechiel 27:36De handelaars onder de volken fluiten u aan; gij zijt een grote schrik geworden, en zult er niet [meer] zijn tot in eeuwigheid.
Ezechiel 28:15Gij waart volkomen in uw wegen, van den dag af, dat gij geschapen zijt, totdat er ongerechtigheid in u gevonden is.
Ezechiel 28:19Allen, die u kennen onder de volken, zijn over u ontzet; gij zijt een grote schrik geworden, en zult er niet [meer] zijn tot in eeuwigheid.
Ezechiel 29:10Daarom, zie, Ik [wil] aan u en aan uw rivier; en Ik zal Egypteland stellen tot woeste wilde eenzaamheden, van den toren van Syene af, tot aan de landpale van Morenland.
Ezechiel 33:22Nu was de hand des HEEREN op mij geweest des avonds, eer die ontkomene kwam, en had mijn mond opengedaan, totdat hij des morgens tot mij kwam. Alzo werd mijn mond opengedaan, en ik was niet meer stom.
Ezechiel 34:21Omdat gij al de zwakken met de zijde en met den schouder verdringt, en met uw hoornen stoot, totdat gij dezelve naar buiten toe verstrooid hebt;
Ezechiel 37:25En zij zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob gegeven heb, waarin uw vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen zij wonen, zij en hun kinderen, en hun kindskinderen tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal hunlieder Vorst zijn tot in eeuwigheid.
Ezechiel 39:15En deze doorgangers zullen door het land doorgaan, en [als iemand] een mensenbeen ziet, zo zal hij een merkteken daarbij oprichten; totdat de doodgravers hetzelve zullen hebben begraven in het dal van Gogs menigte.
Ezechiel 41:16De dorpelen, en de gesloten vensters en de galerijen rondom die drie, tegenover den dorpel, waren beschoten met hout rondom henen, en [van] de aarde tot aan de vensteren; de vensteren waren bedekt;
Ezechiel 41:17Tot hetgeen boven de deur was, en tot het binnenste en buitenste huis toe, en aan den gansen wand rondom henen in het binnenste en buitenste, [al bij] maten.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs