Numeri 4:11 | En over het gouden altaar zullen zij een kleed van hemelsblauw uitspreiden, en zullen dat met een deksel van dassenvellen bedekken; en zij zullen deszelfs handbomen aanleggen. |
Numeri 4:12 | Zij zullen ook nemen alle gereedschap van den dienst, met hetwelk zij in het heiligdom dienen, en zullen het leggen in een kleed van hemelsblauw, en zullen hetzelve met een deksel van dassenvellen bedekken; en zij zullen het op den draagboom leggen. |
Numeri 4:14 | En zij zullen daarop leggen al zijn gereedschap, waarmede zij aan hetzelve dienen, de koolpannen, de krauwelen, en de schoffelen, en de sprengbekkens, al het gereedschap des altaars; en zij zullen daarover een deksel van dassenvellen uitspreiden, en zullen deszelfs handbomen aanleggen. |
Numeri 19:5 | Voorts zal men deze vaars voor zijn ogen verbranden; haar vel, en haar vlees, en haar bloed, met haar mest, zal men verbranden. |
Numeri 31:20 | Ook zult gij alle kleding, en alle gereedschap van vellen, en alle geiten[haren] werk, en gereedschap van hout, ontzondigen. |
2 Koningen 1:8 | En zij zeiden tot hem: Hij was een man met een harig [kleed], en met een lederen gordel gegord om zijn lenden. Toen zeide hij: Het is Elia, de Thisbiet. |
Job 2:4 | Toen antwoordde de satan den HEERE, en zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven. |
Job 7:5 | Mijn vlees is met het gewormte en met het gruis des stofs bekleed; mijn huid is gekliefd en verachtelijk geworden. |
Job 10:11 | Met vel en vlees hebt Gij mij bekleed; met beenderen ook en zenuwen hebt Gij mij samengevlochten; |
Job 18:13 | De eerstgeborene des doods zal de grendelen zijner huid verteren, zijn grendelen zal hij verteren. |
Job 19:20 | Mijn gebeente kleeft aan mijn huid en aan mijn vlees; en ik ben ontkomen met de huid mijner tanden. |
Job 19:26 | En als zij na mijn huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen; |
Job 30:30 | Mijn huid is zwart geworden over mij, en mijn gebeente is ontstoken van dorrigheid. |
Job 40:26 | Zult gij zijn huid met haken vullen, of met een visserskrauwel zijn hoofd? |
Jeremia 13:23 | Zal ook een Moorman zijn huid veranderen? of een luipaard zijn vlekken? [Zo] zult gijlieden ook kunnen goed doen, die geleerd zijt kwaad te doen. |
Klaagliederen 3:4 | [Beth.] Hij heeft mijn vlees en mijn huid oud gemaakt, Hij heeft mijn beenderen gebroken. |
Klaagliederen 4:8 | [Cheth.] [Maar nu] is hun gedaante verduisterd van zwartigheid, men kent hen niet op de straten; hun huid kleeft aan hun beenderen, zij is verdord, zij is geworden als een hout. |
Klaagliederen 5:10 | Onze huid is zwart geworden gelijk een oven, vanwege den geweldigen storm des hongers. |
Ezechiel 37:6 | En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. |
Ezechiel 37:8 | En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen. |