H5941 עֵלִי
Eli

Bijbelteksten

1 Samuel 3:15Samuel nu lag tot aan den morgen; toen deed hij de deuren van het huis des HEEREN open; doch Samuel vreesde dit gezicht aan Eli te kennen te geven.
1 Samuel 3:16Toen riep Eli Samuel, en zeide: Mijn zoon Samuel! Hij dan zeide: Zie, [hier] ben ik.
1 Samuel 4:4Het volk dan zond naar Silo, en men bracht van daar de ark des verbonds des HEEREN der heirscharen, die tussen de cherubim woont; en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, waren daar met de ark des verbonds van God.
1 Samuel 4:11En de ark Gods werd genomen, en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, stierven.
1 Samuel 4:13En als hij kwam, ziet, zo zat Eli op een stoel aan de zijde van den weg, uitziende; want zijn hart was sidderende vanwege de ark Gods. Als die man kwam, om [zulks] te verkondigen in de stad, toen schreeuwde de ganse stad.
1 Samuel 4:14En als Eli de stem des geroeps hoorde, zo zeide hij: Wat is de stem dezer beroerte? Toen haastte zich die man, en hij kwam en boodschapte het aan Eli.
1 Samuel 4:15(Eli nu was een man van acht en negentig jaren, en zijn ogen stonden stijf, dat hij niet zien kon.)
1 Samuel 4:16En die man zeide tot Eli: Ik ben het, die uit de slagorden kom, en ik ben heden uit de slagorden gevloden. Hij dan zeide: Wat is er geschied, mijn zoon?
1 Samuel 14:3En Ahia, de zoon van Ahitub, den broeder van Ikabod, den zoon van Pinehas, den zoon van Eli, was priester des HEEREN, te Silo, dragende den efod; doch het volk wist niet, dat Jonathan heengegaan was.
1 Koningen 2:27Salomo dan verdreef Abjathar, dat hij des HEEREN priester niet ware, om te vervullen het woord des HEEREN, hetwelk Hij over het huis van Eli te Silo gesproken had.

Mede mogelijk dankzij