Genesis 24:43 | Zie, ik sta bij de waterfontein; zo geschiede, dat de maagd, die uitkomen zal om te putten, en tot welke ik zeggen zal: Geef mij toch een weinig waters te drinken uit uw kruik; |
Exodus 2:8 | En de dochter van Farao zeide tot haar: Ga heen. En de jonge maagd ging, en riep des knechtjes moeder. |
Psalm 68:26 | De zangers gingen voor, de speellieden achter, in het midden de trommelende maagden. |
Spreuken 30:19 | De weg eens arends in den hemel; de weg ener slang op een rotssteen; de weg van een schip in het hart der zee; en de weg eens mans bij een maagd. |
Hooglied 1:3 | Uw olien zijn goed tot reuk; Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief. |
Hooglied 6:8 | Er zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal. |
Jesaja 7:14 | Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten. |