Aantekeningen bij de Bijbel:

H6009 עָמַק

deeply, deep, depth, profound

Psalm 92:6	O HEERE! hoe groot zijn Uw werken! zeer diep zijn Uw gedachten.
Jesaja 7:11	Eis u een teken van den HEERE, uw God; eis beneden in de diepte, of eis boven uit de hoogte.
Jesaja 29:15	Wee dengenen, die zich diep versteken willen voor den HEERE, [hun] raad verbergende; en welker werken in duisterheid geschieden, en zij zeggen: Wie ziet ons, en wie kent ons?
Jesaja 30:33	Want Tofeth is van gisteren bereid; [ja,] hij is ook voor den koning bereid; Hij heeft hem diep [en] wijd gemaakt, het vuur en hout van zijn brandstapel is veel; de adem des HEEREN zal hem aansteken als een zwavelstroom.
Jesaja 31:6	Bekeert u tot [Hem], van Denwelken de kinderen Israels diep afgeweken zijn.
Jeremia 49:8	Vliedt, wendt u, woont in diepe [plaatsen], gij inwoners van Dedan! want Ik heb Ezau's verderf over hem gebracht, den tijd, [dat] Ik hem bezocht heb.
Jeremia 49:30	Vliedt, zwerft fluks henen weg, woont in diepe [plaatsen], gij inwoners van Hazor! spreekt de HEERE; want Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft een raadslag tegen ulieden beraadslaagd, en een gedachte tegen hen gedacht.
Hosea 5:2	En die afwijken, verdiepen zich [om] te slachten; maar Ik zal hun allen een tuchtmeester zijn.
Hosea 9:9	Zij hebben zich zeer diep verdorven, als in de dagen van Gibea; Hij zal hunner ongerechtigheid gedenken, Hij zal hun zonden bezoeken.