H6041 עָנִי
variant, lowly, poor, afflicted, man
Psalm 109:22 | Want ik ben ellendig en nooddruftig, en mijn hart is in het binnenste van mij doorwond. |
Psalm 140:13 | Ik weet, dat de HEERE de rechtzaak des ellendigen, [en] het recht der nooddruftigen zal uitvoeren. |
Spreuken 3:34 | Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven. |
Spreuken 14:21 | Die zijn naaste veracht, zondigt; maar die zich der nederigen ontfermt, die is welgelukzalig. |
Spreuken 15:15 | Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd. |
Spreuken 16:19 | Het is beter nederig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan roof te delen met de hovaardigen. |
Spreuken 22:22 | Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige niet in de poort. |
Spreuken 30:14 | Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mensen te verteren. |
Spreuken 31:9 | Open uw mond; oordeel gerechtelijk, en doe den verdrukte en nooddruftige recht. |
Spreuken 31:20 | [Caph.] Zij breidt haar handpalm uit tot den ellendige; en zij steekt haar handen uit tot den nooddruftige. |
Prediker 6:8 | Want wat heeft de wijze meer dan de zot? Wat heeft de arme [meer], die voor de levenden weet te wandelen? |
Jesaja 3:14 | De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden hebt dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen. |
Jesaja 3:15 | Wat is ulieden, dat gij Mijn volk verbrijzelt, en de aangezichten der ellendigen vermaalt? spreekt de Heere, HEERE der heirscharen. |
Jesaja 10:2 | Om de armen van het recht af te wenden, en om het recht der ellendigen Mijns volks te roven, opdat de weduwen hun buit worden, en opdat zij de wezen mogen plunderen! |
Jesaja 10:30 | Roep luide met uw stem, gij dochter van Gallim! laat ze horen tot Lais toe, o ellendige Anathoth! |
Jesaja 14:32 | Wat zal men dan antwoorden den boden des volks? Dat de HEERE Sion gegrond heeft, opdat de bedrukten Zijns volks een toevlucht daarin hebben zouden. |
Jesaja 26:6 | De voet zal ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der armen. |
Jesaja 41:17 | De ellendigen en nooddruftigen zoeken water, maar er is geen, hun tong versmacht van dorst; Ik, de HEERE zal hen verhoren, Ik, de God Israels, zal hen niet verlaten. |
Jesaja 49:13 | Juicht, gij hemelen! en verheug u, gij aarde! en gij bergen! maakt gedreun met gejuich; want de HEERE heeft Zijn volk vertroost, en Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen. |
Jesaja 51:21 | Daarom hoort nu dit, gij bedrukten! en gij dronkenen, maar niet van wijn! |