H6087 עָצַב
made, sorry, grieve, hurt, vexed, , displeased
Genesis 6:6 | Toen berouwde het den HEERE, dat Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart. |
Genesis 34:7 | En de zonen van Jakob kwamen van het veld, als zij dit hoorden; en het smartte dezen mannen, en zij ontstaken zeer, omdat hij dwaasheid in Israel gedaan had, Jakobs dochter beslapende, hetwelk alzo niet zoude gedaan worden. |
Genesis 45:5 | Maar nu, weest niet bekommerd, en [de toorn] ontsteke niet in uw ogen, omdat gij mij hierheen verkocht hebt; want God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis des levens. |
1 Samuel 20:3 | Toen zwoer David verder, en zeide: Uw vader weet zeer wel, dat ik genade in uw ogen gevonden heb; daarom heeft hij gezegd: Dat Jonathan dit niet wete, opdat hij zich niet bekommere; en zekerlijk, [zo waarachtig als] de HEERE leeft, en uw ziel leeft, er is maar als een schrede tussen mij en tussen den dood! |
1 Samuel 20:34 | Daarom stond Jonathan van de tafel op in hittigheid des toorns; en hij at op den tweeden dag der nieuwe maan geen brood, want hij was bekommerd om David, omdat zijn vader hem gesmaad had. |
2 Samuel 19:2 | Toen werd de verlossing te dienzelven dage het ganse volk tot rouw; want het volk had te dienzelven dage horen zeggen: Het smart den koning over zijn zoon. |
1 Koningen 1:6 | En zijn vader had hem niet bedroefd van zijn dagen, zeggende: Waarom hebt gij alzo gedaan? En ook was hij zeer schoon van gedaante, en [Haggith] had hem gebaard na Absalom. |
1 Kronieken 4:10 | Want Jabez riep den God Israels aan, zeggende: Indien Gij mij rijkelijk zegenen, en mijn landpale vermeerderen zult, en Uw hand met mij zijn zal, en met het kwade [alzo] maakt, dat het mij niet smarte! En God liet komen, wat hij begeerde. |
Nehemia 8:11 | Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte. |
Nehemia 8:12 | En de Levieten stilden al het volk, zeggende: Zwijgt, want deze dag is heilig, daarom bedroeft u niet. |
Job 10:8 | Uw handen doen mij smart aan, hoewel zij mij gemaakt hebben, te zamen rondom [mij] zijn zij, en Gij verslindt mij. |
Psalm 56:6 | Den gansen dag verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade. |
Psalm 78:40 | Hoe dikwijls verbitterden zij Hem in de woestijn, deden Hem smart aan in de wildernis! |
Prediker 10:9 | Wie stenen wegdraagt, zal smart daardoor lijden; wie hout klieft, zal daardoor in gevaar zijn. |
Jesaja 54:6 | Want de HEERE heeft u geroepen, als een verlaten vrouw en bedroefde van geest; nochtans zijt gij de huisvrouw der jeugd, hoewel gij versmaad zijt geweest, zegt uw God. |
Jesaja 63:10 | Maar zij zijn wederspannig geworden, en zij hebben Zijn Heiligen Geest smarten aangedaan; daarom is Hij hun in een vijand verkeerd, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden. |
Jeremia 44:19 | Ook wanneer wij aan Melecheth des hemels roken en haar drankofferen offeren, maken wij haar gebeelde koeken, om haar af te beelden, en offeren wij haar drankofferen, zonder onze mannen? |