H6089 עֶצֶב
grievous, labour, sorrow, idol

Bijbelteksten

Genesis 3:16Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.
Psalm 127:2Het is tevergeefs, dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft, eet brood der smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden [als in] den slaap geeft.
Spreuken 5:10Opdat de vreemden zich niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet [kome] in het huis des onbekenden;
Spreuken 10:22De zegen des HEEREN, die maakt rijk; en Hij voegt er geen smart bij.
Spreuken 14:23In allen smartelijken arbeid is overschot; maar het woord der lippen [strekt] alleen tot gebrek.
Spreuken 15:1Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.
Jeremia 22:28Is dan deze man Chonia een veracht, verstrooid, afgodisch beeld? Of is hij een vat, waaraan men geen lust heeft? Waarom zijn hij en zijn zaad uitgeworpen, ja, weggeworpen in een land, dat zij niet kennen?

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken