H6343 פַּחַד
angst, schrik, terreur, dij
Job 22:10 | Daarom zijn strikken rondom u, en vervaardheid heeft u haastelijk beroerd. |
Job 25:2 | Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten. |
Job 31:23 | Want het verderf Gods was bij mij een schrik, en ik vermocht niet vanwege Zijn hoogheid. |
Job 39:19 | Zij verhardt zich tegen haar jongen, alsof zij de hare niet waren; haar arbeid is te vergeefs, [omdat] zij zonder vreze is. |
Job 39:25 | Het belacht de vreze, en wordt niet ontsteld, en keert niet wederom vanwege het zwaard. |
Psalm 14:5 | Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard; want God is bij het geslacht des rechtvaardigen. |
Psalm 31:12 | Vanwege al mijn wederpartijders ben ik, ook mijn naburen, grotelijks tot een smaad geworden, en mijn bekenden tot een schrik; die mij op de straten zien, vlieden van mij weg. |
Psalm 36:2 | De overtreding des goddelozen spreekt in het binnenste van mijn hart: Er is geen vreze Gods voor zijn ogen. |
Psalm 53:6 | Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard geworden, [waar] geen vervaardheid was; want God heeft de beenderen desgenen, die u belegerde, verstrooid; gij hebt hen beschaamd gemaakt, want God heeft hen verworpen. |
Psalm 64:2 | Hoor, o God! mijn stem in mijn geklag; behoed mijn leven voor des vijands schrik. |
Psalm 91:5 | Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt; |
Psalm 105:38 | Egypte was blijde, als zij uittrokken, want hun verschrikking was op hen gevallen. |
Psalm 119:120 | [Het haar] mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen. |
Spreuken 1:26 | Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten, wanneer uw vreze komt. |
Spreuken 1:27 | Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt; |
Spreuken 1:33 | Maar die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn van de vreze des kwaads. |
Spreuken 3:25 | Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt. |
Hooglied 3:8 | Die altemaal zwaarden houden, geleerd ten oorlog, elk hebbende zijn zwaard aan zijn heup, vanwege den schrik des nachts. |
Jesaja 2:10 | Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit. |
Jesaja 2:19 | Dan zullen zij in de spelonken der rotsstenen gaan, en in de holen der aarde, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde te verschrikken. |