H6355 פַּחַת מוֹאָב
Pahathmoab

Bijbelteksten

Ezra 2:6De kinderen van Pahath-moab, van de kinderen van Jesua-Joab, twee duizend achthonderd en twaalf.
Ezra 8:4Van de kinderen van Pahath-moab, Eljehoenai, de zoon van Zerahja; en met hem tweehonderd manspersonen.
Ezra 10:30En van de kinderen van Pahath-moab: Adna, en Chelal, Benaja, Maaseja, Mattanja, Bezaleel, en Binnui, en Manasse.
Nehemia 3:11De andere mate verbeterden Malchia, de zoon van Harim, en Hassub, de zoon van Pahath-moab; daartoe den Bakoventoren.
Nehemia 7:11De kinderen van Pahath-moab, van de kinderen van Jesua en Joab, twee duizend, achthonderd [en] achttien;
Nehemia 10:14De hoofden des volks: Parhos, Pahath-moab, Elam, Zatthu, Bani,

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel