Jesaja 41:7 | En de werkmeester versterkte den goudsmid; die met den hamer glad maakt, dien, die op het aambeeld slaat, zeggende van het soldeersel: Het is goed; daarna maakt hij het vast met nagelen, dat het niet wankele. |
Jeremia 23:29 | Is Mijn woord niet alzo, als een vuur? spreekt de HEERE, en als een hamer, [die] een steenrots te morzel slaat? |
Jeremia 50:23 | Hoe is de hamer der ganse aarde [zo] afgehouwen en verbroken! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen. |