H6482 פֶּצַע
wounding, wound

Bijbelteksten

Genesis 4:23En Lamech zeide tot zijn vrouwen Ada en Zilla: Hoort mijn stem, gij vrouwen van Lamech! neemt ter ore mijn rede! Voorwaar, ik sloeg wel een man dood, om mijn wonde, en een jongeling, om mijn buile!
Exodus 21:25Brand voor brand, wond voor wond, buil voor buil.
Job 9:17Want Hij vermorzelt mij door een onweder, en vermenigvuldigt mijn wonden zonder oorzaak.
Spreuken 20:30Gezwellen der wonde zijn in den boze een zuivering, mitsgaders de slagen van het binnenste des buiks.
Spreuken 23:29Bij wien is wee? bij wien och arme? bij wien gekijf? bij wien het beklag? bij wien wonden zonder oorzaak? bij wien de roodheid der ogen?
Spreuken 27:6De wonden des liefhebbers zijn getrouw; maar de kussingen des haters zijn af te bidden.
Jesaja 1:6Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; [maar] wonden, en striemen, en etterbuilen, [die] niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken