Psalm 72:16 | Is er een hand vol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon; en die van de stad zullen bloeien als het kruid der aarde. |
Psalm 104:13 | Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken. |
Psalm 105:35 | Die al het kruid in hun land opaten, ja, aten de vrucht hunner landouwe op. |
Psalm 107:34 | Het vruchtbaar land tot zouten [grond], om de boosheid dergenen, die daarin wonen. |
Psalm 107:37 | En bezaaien akkers, en planten wijngaarden, die inkomende vrucht voortbrengen. |
Psalm 127:3 | Ziet, de kinderen zijn een erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning. |
Psalm 132:11 | De HEERE heeft David de waarheid gezworen, waarvan Hij niet wijken zal, [zeggende:] Van de vrucht uws buiks zal Ik op uw troon zetten. |
Psalm 148:9 | Gij bergen en alle heuvelen; vruchtbomen en alle cederbomen! |
Spreuken 1:31 | Zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen met hun raadslagen. |
Spreuken 8:19 | Mijn vrucht is beter dan uitgegraven goud, en dan dicht goud; en Mijn inkomen dan uitgelezen zilver. |
Spreuken 11:30 | De vrucht des rechtvaardigen is een boom des levens; en wie zielen vangt, is wijs. |
Spreuken 12:14 | Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen. |
Spreuken 13:2 | Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld. |
Spreuken 18:20 | Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen. |
Spreuken 18:21 | Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten. |
Spreuken 27:18 | Die den vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die zijn heer waarneemt, zal geeerd worden. |
Spreuken 31:16 | [Zain.] Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard. |
Spreuken 31:31 | [Thau.] Geef haar van de vrucht harer handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten. |
Prediker 2:5 | Ik maakte mij hoven en lusthoven, en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht. |
Hooglied 2:3 | Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er [onder], en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. |