H6566 פָּרַשׂ
spread, spread abroad, spread out, spread forth,

Bijbelteksten

1 Koningen 8:54Het geschiedde nu, als Salomo voleind had dit ganse gebed, en deze smeking tot den HEERE te bidden, [dat] hij van voor het altaar des HEEREN opstond, van het knielen op zijn knieen, met zijn handen uitgebreid naar den hemel;
2 Koningen 8:15En het geschiedde des anderen daags, dat hij een deken nam, en in het water doopte, en over zijn aangezicht uitspreidde, dat hij stierf; en Hazael werd koning in zijn plaats.
2 Koningen 19:14Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN, en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.
1 Kronieken 28:18En tot het reukaltaar gelouterd goud in gewicht; en goud tot het voorbeeld des wagens, [te weten] der cherubim, die [de vleugels] zouden uitbreiden, en de ark des verbonds des HEEREN overdekken.
2 Kronieken 3:13De vleugelen dezer cherubim spreidden zich uit twintig ellen; en zij stonden op hun voeten, en hun aangezichten waren huiswaarts.
2 Kronieken 5:8Want de cherubim spreidden de beide vleugelen over de plaats der ark; en de cherubim overdekten de ark en haar handbomen van boven.
2 Kronieken 6:12En hij stond voor het altaar des HEEREN, tegenover de ganse gemeente van Israel; en hij breidde zijn handen uit;
2 Kronieken 6:13(Want Salomo had een koperen gestoelte gemaakt, en had het gesteld in het midden des voorhofs; zijnde vijf ellen in zijn lengte en vijf ellen in zijn breedte, en drie ellen in zijn hoogte; en hij stond daarop, en knielde op zijn knieen voor de ganse gemeente van Israel, en breidde zijn handen uit naar den hemel.)
2 Kronieken 6:29Alle gebed, alle smeking, die van enig mens, of van al Uw volk Israel geschieden zal, als zij erkennen, een ieder zijn plage en zijn smarte, en een [ieder] zijn handen in dit huis uitbreiden zal;
Ezra 9:5En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had; en ik boog mij op mijn knieen, en breidde mijn handen uit tot den HEERE, mijn God.
Job 11:13Indien gij uw hart bereid hebt, zo breid uw handen tot Hem uit.
Job 36:30Zie, Hij breidt over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt Hij.
Job 39:29Vliegt de sperwer door uw verstand, [en] breidt hij zijn vleugelen uit naar het zuiden?
Psalm 44:21Zo wij den Naam onzes Gods hadden vergeten, en onze handen tot een vreemden God uitgebreid.
Psalm 68:15Als de Almachtige de koningen daarin verstrooide, werd zij sneeuwwit [als] op Zalmon.
Psalm 105:39Hij breidde een wolk uit tot een deksel, en vuur om den nacht te verlichten.
Psalm 140:6De hovaardigen hebben mij een strik verborgen, en koorden; zij hebben een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken hebben zij mij gezet. Sela.
Psalm 143:6Ik breid mijn handen uit tot U; mijn ziel is voor U als een dorstig land. Sela.
Spreuken 13:16Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit.
Spreuken 29:5Een man, die zijn naaste vleit, spreidt een net uit voor deszelfs gangen.

Mede mogelijk dankzij