H6631 צֶאֱצָא
which cometh out, that cometh forth, offspring

Bijbelteksten

Job 5:25Ook zult gij bevinden, dat uw zaad menigvuldig wezen zal, en uw spruiten als het kruid der aarde.
Job 21:8Hun zaad is bestendig met hen voor hun aangezicht, en hun spruiten zijn voor hun ogen.
Job 27:14Indien zijn kinderen vermenigvuldigen, het is ten zwaarde; en zijn spruiten zullen van brood niet verzadigd worden.
Job 31:8Zo moet ik zaaien, maar een ander eten, en mijn spruiten moeten uitgeworteld worden!
Jesaja 22:24En men zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der uitspruitelingen en der afkomelingen, [ook] alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, zelfs tot al de vaten der flessen.
Jesaja 34:1Nadert, gij heidenen, om te horen, en gij volken, luistert toe; de aarde hore, en haar volheid, de wereld en al wat daaruit voortkomt.
Jesaja 42:5Alzo zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen, en dezelve uitgebreid heeft, Die de aarde uitgespannen heeft, en wat daaruit voortkomt; Die den volke, [dat] daarop is, den adem geeft, en den geest dengenen, die daarop wandelen:
Jesaja 44:3Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen.
Jesaja 48:19Ook zou uw zaad geweest zijn als het zand, en die uit uw ingewanden voortkomen als deszelfs steentjes; wiens naam niet zou worden afgehouwen, noch verdelgd van voor Mijn aangezicht.
Jesaja 61:9En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft.
Jesaja 65:23Zij zullen niet tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad der gezegenden des HEEREN, en hun nakomelingen met hen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen