H6697 צוּר
beauty, strength, edge, rock, God, stones, , sharp

Bijbelteksten

2 Samuel 22:3God is mijn Rots, ik zal op Hem betrouwen; mijn Schild en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek en mijn Toevlucht, mijn Verlosser! Van geweld hebt Gij mij verlost!
2 Samuel 22:32Want wie is God, behalve de HEERE, en wie is een rotssteen, behalve onze God?
2 Samuel 22:47De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen; en verhoogd zij God, de Rotssteen mijns heils!
2 Samuel 23:3De God Israels heeft gezegd, de Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken: [Er zal zijn] een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser [in de] vreze Gods.
1 Kronieken 11:15En drie uit de dertig hoofden togen af naar den rotssteen tot David in de spelonk van Adullam; en het leger der Filistijnen had zich gelegerd in het dal Refaim.
Job 14:18En voorwaar, een berg vallende vergaat, en een rots wordt versteld uit haar plaats;
Job 18:4O gij, die zijn ziel verscheurt door zijn toorn! Zal om uwentwil de aarde verlaten worden, en zal een rots versteld worden uit haar plaats?
Job 19:24Dat zij met een ijzeren griffie en lood voor eeuwig in een rots gehouwen wierden!
Job 22:24Dan zult gij het goud op het stof leggen, en het [goud van] Ofir bij den rotssteen der beken;
Job 24:8Van den stroom der bergen worden zij nat, en zonder toevlucht zijnde, omhelzen zij de steenrotsen.
Job 28:10In de rotsstenen houwt hij stromen uit, en zijn oog ziet al het kostelijke.
Job 29:6Toen ik mijn gangen wies in boter, en de rots bij mij oliebeken uitgoot;
Psalm 18:3De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek.
Psalm 18:32Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God?
Psalm 18:47De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God mijns heils!
Psalm 19:15Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!
Psalm 27:5Want Hij versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent; Hij verhoogt mij op een rotssteen.
Psalm 28:1[Een psalm] van David. Tot U roep ik, HEERE! mijn Rotssteen, houd U niet als doof van mij af; opdat ik niet, [zo] Gij U van mij stil houdt, vergeleken worde met degenen, die in den kuil nederdalen.
Psalm 31:3Neig Uw oor tot mij, red mij haastelijk; wees mij tot een sterken Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden.
Psalm 61:3Van het einde des lands roep ik tot U als mijn hart overstelpt is; leid mij op een rotssteen, [die] mij te hoog zou zijn.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken