Spreuken 2:1 | Mijn zoon! zo gij mijn redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt; |
Spreuken 2:7 | Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen, die oprechtelijk wandelen; |
Spreuken 7:1 | Mijn zoon, bewaar mijn redenen, en leg mijn geboden bij u weg. |
Spreuken 10:14 | De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij. |
Spreuken 13:22 | De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor den rechtvaardige weggelegd. |
Spreuken 27:16 | Elkeen, die haar verbergt, zou den wind verbergen, en de olie zijner rechterhand, [die] roept. |
Hooglied 7:13 | De dudaim geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd. |
Jeremia 16:17 | Want Mijn ogen zijn op al hun wegen; zij zijn voor Mijn aangezicht niet verborgen, noch hun ongerechtigheid verholen van voor Mijn ogen. |
Ezechiel 7:22 | Ook zal Ik Mijn aangezicht van hen omwenden, en zij zullen Mijn verborgen plaats ontheiligen; want inbrekers zullen daar inkomen en die ontheiligen. |
Hosea 13:12 | Efraims ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde is opgelegd. |