H6845 צָפַן
verbergen, bewaren

Bijbelteksten

Spreuken 2:1Mijn zoon! zo gij mijn redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt;
Spreuken 2:7Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen, die oprechtelijk wandelen;
Spreuken 7:1Mijn zoon, bewaar mijn redenen, en leg mijn geboden bij u weg.
Spreuken 10:14De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij.
Spreuken 13:22De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor den rechtvaardige weggelegd.
Spreuken 27:16Elkeen, die haar verbergt, zou den wind verbergen, en de olie zijner rechterhand, [die] roept.
Hooglied 7:13De dudaim geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd.
Jeremia 16:17Want Mijn ogen zijn op al hun wegen; zij zijn voor Mijn aangezicht niet verborgen, noch hun ongerechtigheid verholen van voor Mijn ogen.
Ezechiel 7:22Ook zal Ik Mijn aangezicht van hen omwenden, en zij zullen Mijn verborgen plaats ontheiligen; want inbrekers zullen daar inkomen en die ontheiligen.
Hosea 13:12Efraims ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde is opgelegd.

Mede mogelijk dankzij