H6924 קֶדֶם
het oosten, vroeger, eeuwig, van ouds

Bijbelteksten

2 Kronieken 4:10De zee nu zette hij aan de rechterzijde, naar het oosten, tegenover het zuiden.
Nehemia 12:46Want in de dagen van David en Asaf, van ouds, waren er hoofden der zangers, en des lofgezangs, en der dankzeggingen tot God.
Job 1:3Daartoe was zijn vee zeven duizend schapen, en drie duizend kemelen, en vijfhonderd juk ossen, en vijfhonderd ezelinnen; ook was zijn dienstvolk zeer veel; zodat deze man groter was dan al die van het oosten.
Job 23:8Zie, ga ik voorwaarts, zo is Hij er niet, of achterwaarts, zo verneem ik Hem niet.
Job 29:2Och, of ik ware, gelijk in de vorige maanden, gelijk in de dagen, [toen] God mij bewaarde!
Psalm 44:2O God! wij hebben het met onze oren gehoord, onze vaders hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen van ouds.
Psalm 55:20God zal horen, en zal hen plagen, als die van ouds zit, Sela; dewijl bij hen gans geen verandering is, en zij God niet vrezen.
Psalm 68:34Dien, Die daar rijdt in den hemel der hemelen, Die van ouds is; ziet, Hij geeft Zijn stem, een stem der sterkte.
Psalm 74:2Gedenk aan Uw vergadering, [die] Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, [die] Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt.
Psalm 74:12Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde.
Psalm 77:6Ik overdacht de dagen van ouds, de jaren der eeuwen.
Psalm 77:12Ik zal de daden des HEEREN gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her;
Psalm 78:2Ik zal mijn mond opendoen met spreuken; ik zal verborgenheden overvloediglijk uitstorten, van ouds her;
Psalm 119:152Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt.
Psalm 139:5Gij bezet mij van achteren en van voren, en Gij zet Uw hand op mij.
Psalm 143:5Ik gedenk aan de dagen van ouds; ik overleg al Uw daden; ik spreek bij mijzelven van de werken Uwer handen.
Spreuken 8:22De HEERE bezat Mij [in het] beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan.
Spreuken 8:23Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van den aanvang, van de oudheden der aarde aan.
Jesaja 2:6Maar Gij hebt Uw volk, het huis van Jakob, verlaten, want zij zijn vervuld [met goddeloosheid], meer dan het oosten, en zij zijn guichelaars gelijk de Filistijnen, en aan de kinderen der vreemden tonen zij hun behagen.
Jesaja 9:11De Syriers van voren, en de Filistijnen van achteren, dat zij Israel opeten met vollen mond. Om dit alles keert Zijn toorn zich niet af, maar Zijn hand is nog uitgestrekt.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin