H6956 קֳהָתִי
Kohathite

Bijbelteksten

Numeri 3:27En van Kahath is het geslacht der Amramieten, en het geslacht der Izharieten, en het geslacht der Hebronieten, en het geslacht der Uzzielieten; dit zijn de geslachten der Kahathieten.
Numeri 3:30De overste nu van het vaderlijke huis der geslachten van de Kahathieten, zal zijn Elisafan, de zoon van Uzziel.
Numeri 4:18Gij zult den stam van de geslachten der Kahathieten niet laten uitgeroeid worden, uit het midden der Levieten;
Numeri 4:34Mozes dan en Aaron, en de oversten der vergadering telden de zonen der Kahathieten, naar hun geslachten, en naar het huis hunner vaderen:
Numeri 4:37Dit zijn de getelden van de geslachten der Kahathieten, van al wie in de tent der samenkomst diende, welke Mozes en Aaron geteld hebben, naar het bevel des HEEREN, door de hand van Mozes.
Numeri 10:21Toen togen op de Kohathieten, dragende het heiligdom; en [deanderen] richtten den tabernakel op, tegen dat dezen kwamen.
Numeri 26:57Dit zijn nu de getelden van Levi, naar hun geslachten: van Gerson het geslacht der Gersonieten; van Kohath het geslacht der Kohathieten; van Merari het geslacht der Merarieten.
Jozua 21:4Toen ging het lot uit voor de huisgezinnen der Kahathieten; en voor de kinderen van Aaron, den priester, uit de Levieten, waren van den stam van Juda, en van den stam van Simeon, en van den stam van Benjamin, door het lot, dertien steden.
Jozua 21:10Dat zij waren van de kinderen van Aaron, van de huisgezinnen der Kahathieten, uit de kinderen van Levi; want het eerste lot was het hunne.
1 Kronieken 6:33Dezen nu zijn ze, die daar stonden met hun zonen; van de zonen der Kahathieten, Heman de zanger, de zoon van Joel, den zoon van Samuel,
1 Kronieken 6:54En dit waren hun woningen, naar hun kastelen, in hun landpalen, [namelijk] van de zonen van Aaron, van het huisgezin der Kahathieten, want dat lot was voor hen.
1 Kronieken 9:32En uit de kinderen der Kahathieten, uit hun broederen, waren [enigen] over de broden der toerichting, om [die] alle sabbatten te bereiden.
2 Kronieken 20:19En de Levieten uit de kinderen der Kahathieten, en uit de kinderen der Korahieten, stonden op, om den HEERE, den God Israels, met luider stem ten hoogste te prijzen.
2 Kronieken 29:12Toen maakten zich de Levieten op, Mahath, de zoon van Amasai, en Joel, de zoon van Azarja, van de kinderen der Kahathieten; en van de kinderen van Merari, Kis, de zoon van Abdi, en Azarja, de zoon van Jehaleel; en van de Gersonieten, Joah, de zoon van Zimma, en Eden, de zoon van Joah;
2 Kronieken 34:12En die mannen handelden trouwelijk in dit werk; en de bestelden over dezelve waren Jahath en Obadja, Levieten van de kinderen van Merari, mitsgaders Zacharia en Mesullam, van de kinderen der Kohathieten, om het werk voort te drijven; en die Levieten waren allen verstandig op instrumenten van muziek.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech