H7125 קִרְאָה
seek, meet, way, help, come, against
2 Koningen 23:29 | In zijn dagen toog Farao Necho, de koning van Egypte, op tegen den koning van Assyrie, naar de rivier Frath; en de koning Josia toog hem tegemoet, en hij doodde hem te Megiddo, als hij hem gezien had. |
1 Kronieken 19:5 | Zij nu gingen henen, en men boodschapte David van deze mannen; en hij zond hun tegemoet; want die mannen waren zeer beschaamd. De koning dan zeide: Blijft te Jericho, totdat ulieder baard weder gewassen zij; komt dan wederom. |
1 Kronieken 19:10 | Toen Joab zag, dat de spits der slagorde van voren en van achteren tegen hem was, zo verkoos hij [enigen] uit alle uitgelezenen in Israel, en hij stelde hen in orde tegen de Syriers aan. |
1 Kronieken 19:11 | En het overige des volks gaf hij in de hand van zijn broeder Abisai, en zij stelden hen in orde tegen de kinderen Ammons aan. |
1 Kronieken 19:17 | Toen het David werd aangezegd, zo vergaderde hij gans Israel, en hij toog over de Jordaan, en hij kwam tot hen, en hij stelde de slagorde tegen hen. Als David de slagorde tegen de Syriers gesteld had, zo streden zij met hem. |
2 Kronieken 35:20 | Na dit alles, toen Josia het huis toebereid had, toog Necho, de koning van Egypte, op, om te krijgen tegen Karchemis, aan den Frath; en Josia toog uit hem tegemoet. |
Job 39:24 | Het graaft in den grond, en het is vrolijk in zijn kracht; en trekt uit, den geharnaste tegemoet. |
Psalm 35:3 | En breng de spies voort, en sluit [den weg] toe, mijn vervolgers tegemoet; zeg tot mijn ziel: Ik ben uw Heil. |
Psalm 59:5 | Zij lopen en bereiden zich zonder [mijn] misdaad; waak op mij tegemoet, en zie. |
Spreuken 7:10 | En ziet, een vrouw ontmoette hem in hoerenversiersel, en met het hart op haar hoede; |
Spreuken 7:15 | Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden. |
Jesaja 7:3 | En de HEERE zeide tot Jesaja: Ga nu uit, Achaz tegemoet, gij en uw zoon, Schear-jaschub, aan het einde van den watergang des oppersten vijvers, aan den hogen weg van het veld des vollers; |
Jesaja 14:9 | De hel van onderen was beroerd om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan, als gij kwaamt; zij wekt om uwentwil de doden op, al de bokken der aarde; zij doet al de koningen der heidenen van hun tronen opstaan. |
Jesaja 21:14 | Komt den dorstige tegemoet [met] water; de inwoners des lands van Thema zijn den vluchtende met zijn brood bejegend. |
Jeremia 41:6 | En Ismael, de zoon van Nethanja, ging uit van Mizpa hun tegemoet, al gaande en wenende; en het geschiedde, als hij hen aantrof dat hij zeide: Komt tot Gedalia, den zoon van Ahikam! |
Jeremia 51:31 | De loper zal den loper tegemoet lopen, en de kondschapper den kondschapper tegemoet, om den koning van Babel bekend te maken, dat zijn stad van het einde is ingenomen; |
Amos 4:12 | Daarom zal Ik u alzo doen, o Israel! omdat Ik u [dan] dit doen zal, zo schik u, o Israel! om uw God te ontmoeten. |
Zacharia 2:3 | En ziet, de Engel, Die met mij sprak, ging uit; en een andere Engel ging uit, hem tegemoet. |