H7193 קַשְׂקֶשֶׂת
mail, scale

Bijbelteksten

Leviticus 11:9Dit zult gij eten van al wat in de wateren is: al wat in de wateren, in de zeeen en in de rivieren, vinnen en schubben heeft, dat zult gij eten;
Leviticus 11:10Maar al wat in de zeeen en in de rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende ziel, die in de wateren is, geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
Leviticus 11:12Al wat in de wateren geen vinnen en schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
Deuteronomium 14:9Dit zult gij eten van alles, wat in de wateren is; al wat vinnen en schubben heeft, zult gij eten.
Deuteronomium 14:10Maar al wat geen vinnen en schubben heeft, zult gij niet eten; het zal ulieden onrein zijn.
1 Samuel 17:5En hij had een koperen helm op zijn hoofd, en hij had een schubachtig pantsier aan; en het gewicht van het pantsier was vijf duizend sikkelen kopers;
Ezechiel 29:4Maar Ik zal haken in uw kaken doen, en den vis uwer rivieren aan uw schubben doen kleven; en Ik zal u uit het midden uwer rivieren optrekken, en al de vis uwer rivieren zal aan uw schubben kleven.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken