H7230 רֹב
great, greatness, much, multitude, abundance, great, greatness, much, multitude,abundance

Bijbelteksten

2 Kronieken 31:5Toen nu dat woord uitbrak, brachten de kinderen Israels vele eerstelingen van koren, most, en olie, en honig, en van al de inkomsten des velds; ook brachten zij de tienden van alles in met menigte.
2 Kronieken 31:10En Azaria, de hoofdpriester, van het huis van Zadok, sprak tot hem en zeide: Van dat men deze heffing begonnen heeft tot het huis des HEEREN te brengen, is er te eten geweest en verzadigd te worden, ja, over te houden tot overvloed toe; want de HEERE heeft Zijn volk gezegend, zodat deze veelheid overgebleven is.
2 Kronieken 32:5Zo versterkte hij zich, en bouwde den gehelen muur op, die gebroken was, dien hij optrok tot aan de torens, met een anderen muur daarbuiten, en hij versterkte Millo [in] de stad Davids; en hij maakte geweer en schilden in menigte.
2 Kronieken 32:29Daartoe had hij zich steden gemaakt, mitsgaders bezitting van schapen en runderen in menigte; want God gaf hem zeer grote have.
Nehemia 9:25En zij hebben vaste steden en een vet land ingenomen, en erfelijk bezeten, huizen, vol van alle goed, uitgehouwen bornputten, wijngaarden, olijfgaarden en bomen van spijze, in menigte; en zij hebben gegeten, en zijn zat en vet geworden, en hebben in wellust geleefd, door Uw grote goedigheid.
Nehemia 13:22Voorts zeide ik tot de Levieten, dat zij zich zouden reinigen, en de poorten komen wachten, om den sabbatdag te heiligen. Gedenk mijner ook [in] dezen, mijn God! en verschoon mij naar de veelheid Uwer goedertierenheid.
Esther 5:11En Haman vertelde hun de heerlijkheid zijns rijkdoms, en de veelheid zijner zonen, en alles, waarin de koning hem groot gemaakt had, en waarin hij hem verheven had boven de vorsten en knechten des konings.
Esther 10:3Want de Jood Mordechai was de tweede bij den koning Ahasveros, en groot bij de Joden, en aangenaam bij de menigte zijner broederen, zoekende het beste voor zijn volk, en sprekende voor den welstand van zijn ganse zaad.
Job 4:14Kwam mij schrik en beving over, en verschrikte de veelheid mijner beenderen.
Job 11:2Zou de veelheid der woorden niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht hebben?
Job 26:3Hoe hebt gij hem geraden, die geen wijsheid heeft, en de zaak, alzo zij is, ten volle bekend gemaakt?
Job 32:7Ik zeide: Laat de dagen spreken, en de veelheid der jaren wijsheid te kennen geven.
Job 35:9Vanwege [hun] grootheid doen zij de onderdrukten roepen; zij schreeuwen vanwege den arm der groten.
Job 37:23Den Almachtige, Dien kunnen wij niet uitvinden; Hij is groot van kracht; doch [door] gericht en grote gerechtigheid verdrukt Hij niet.
Psalm 5:8Maar ik zal door de grootheid Uwer goedertierenheid in Uw huis ingaan; ik zal mij buigen naar het paleis Uwer heiligheid, in Uw vreze.
Psalm 5:11Verklaar hen schuldig, o God; laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen henen om de veelheid hunner overtredingen, want zij zijn wederspannig tegen U.
Psalm 33:16Een koning wordt niet behouden door een groot heir; een held wordt niet gered door grote kracht;
Psalm 33:17Het paard feilt ter overwinning, en bevrijdt niet door zijn grote sterkte.
Psalm 37:11De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede.
Psalm 49:7Aangaande degenen, die op hun goed vertrouwen; en op de veelheid huns rijkdoms roemen;

Mede mogelijk dankzij