H7235 רָבָה
great, increase, more, much, many, multiply,

Bijbelteksten

Job 40:22Zal hij aan u veel smekingen maken? Zal hij zachtjes tot u spreken?
Psalm 16:4De smarten dergenen, die een anderen [God] begiftigen, zullen vermenigvuldigd worden; ik zal hun drankofferen van bloed niet offeren, en hun namen op mijn lippen niet nemen.
Psalm 18:36Ook hebt Gij mij het schild Uws heils gegeven, en Uw rechterhand heeft mij ondersteund, en Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt.
Psalm 44:13Gij verkoopt Uw volk om geen waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet.
Psalm 49:17Vrees niet, wanneer een man rijk wordt, wanneer de eer van zijn huis groot wordt;
Psalm 51:4Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde.
Psalm 71:21Gij zult mijn grootheid vermeerderen, en mij rondom vertroosten.
Psalm 78:38Doch Hij, barmhartig zijnde, verzoende de ongerechtigheid, en verdierf hen niet; maar wendde dikwijls Zijn toorn af, en wekte Zijn ganse grimmigheid niet op.
Psalm 107:38En Hij zegent hen, zodat zij zeer vermenigvuldigen, en hun vee vermindert Hij niet.
Psalm 130:7Israel hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing.
Psalm 139:18Zoude ik ze tellen? Harer is meer, dan des zands; word ik wakker, zo ben ik nog bij U.
Spreuken 4:10Hoor, mijn zoon! en neem mijn redenen aan, en de jaren des levens zullen u vermenigvuldigd worden.
Spreuken 6:35Hij zal geen verzoening aannemen; en hij zal niet bewilligen, ofschoon gij het geschenk vergroot.
Spreuken 9:11Want door Mij zullen uw dagen vermenigvuldigen, en de jaren des levens zullen u toegedaan worden.
Spreuken 13:11Goed, van ijdelheid [gekomen], zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen.
Spreuken 22:16Die den arme verdrukt, om het zijne te vermeerderen, [en] den rijke geeft, [komt] zekerlijk tot gebrek.
Spreuken 25:27Veel honigs te eten is niet goed; maar de onderzoeking van de heerlijkheid van zulke dingen is eer.
Spreuken 28:8Die zijn goed vermeerdert met woeker en met overwinst, vergadert dat voor dengene, die zich des armen ontfermt.
Spreuken 28:28Als de goddelozen opkomen, verbergt zich de mens; maar als zij omkomen, vermenigvuldigen de rechtvaardigen.
Spreuken 29:2Als de rechtvaardigen groot worden, verblijdt zich het volk; maar als de goddeloze heerst, zucht het volk.

Mede mogelijk dankzij