H7341 רֹחַב
thickness, breadth, largeness, broad, , thick

Bijbelteksten

Ezechiel 41:4Ook mat hij de lengte daarvan, twintig ellen, en de breedte twintig ellen voor aan den tempel; en hij zeide tot mij: Dit is de heiligheid der heiligheden.
Ezechiel 41:5En hij mat den wand des huizes zes ellen; en de breedte van [elke] zijkamer, vier ellen, rondom het huis henen rondom.
Ezechiel 41:7En het was voor de zijkameren opwaarts naar boven al wijder, en gaf zich rondom; want het huis was omsingeld opwaarts naar boven, rondom het huis henen; daarom was de breedte des huizes naar boven; en alzo ging het onderste op naar het bovenste door het middelste.
Ezechiel 41:9De breedte van den wand, die tot de zijkameren was naar buiten, was vijf ellen; en dat ledig gelaten was, was de plaats der zijkameren, die aan het huis waren.
Ezechiel 41:10En tussen de kameren was een breedte van twintig ellen, rondom het huis, rondom henen.
Ezechiel 41:11De deuren nu van de zijkameren waren naar het ledig gelatene toe, de ene deur den weg naar het noorden, en de andere deur naar het zuiden; en de breedte van de ledig gelatene plaats was vijf ellen rondom henen.
Ezechiel 41:12Voorts [van] het gebouw, dat voor aan de afgesneden plaats was [in] den hoek des wegs naar het westen, was de breedte zeventig ellen, en [van] den wand des gebouws was de breedte vijf ellen rondom henen, en de lengte daarvan negentig ellen.
Ezechiel 41:14En de breedte van het voorste deel des huizes, en der afgesneden plaats tegen het oosten, honderd ellen.
Ezechiel 42:2Voor aan de lengte van de honderd ellen [naar] de deur van het noorden; en de breedte was vijftig ellen.
Ezechiel 42:4En voor de kameren was een wandeling van tien ellen de breedte; naar binnen toe, [en] een weg van een el; en de deuren van dezelve waren tegen het noorden.
Ezechiel 42:10Aan de breedte van den muur des voorhofs, den weg naar het oosten, voor aan de afgesneden plaats, en voor aan het gebouw, waren kameren.
Ezechiel 42:11En de weg voor dezelve henen was als de gedaante der kameren, die den weg naar het noorden waren, naar derzelver lengte, alzo [naar] derzelver breedte; en al haar uitgangen waren ook naar derzelver wijzen en naar derzelver deuren.
Ezechiel 42:20Hij mat het aan de vier zijden; het had een muur rondom henen, de lengte was vijfhonderd [rieten], en de breedte vijfhonderd, om onderscheid te maken tussen het heilige en onheilige.
Ezechiel 43:13En dit zijn de maten des altaars, naar de ellen, zijnde de el een el en een handbreed; de boezem van een el, en een el de breedte; en zijn einde aan zijn rand rondom een span; en dit is de rug des altaars.
Ezechiel 43:14Van den boezem nu [op] de aarde tot aan het onderste afzetsel, twee ellen; en de breedte een el; en van het kleinste afzetsel tot aan het grootste afzetsel, vier ellen, en de breedte een el.
Ezechiel 43:16De Ariel nu, twaalf [ellen] de lengte, met twaalf [ellen] breedte, vierkant aan zijn vier zijden.
Ezechiel 43:17En het afzetsel veertien [ellen] de lengte, met veertien [ellen] breedte, aan zijn vier zijden, en de rand rondom hetzelve, de helft ener el; en de boezem daaraan, een el rondom; en zijn trappen ziende naar het oosten.
Ezechiel 45:1Als gijlieden nu het land zult doen vallen in erfenis, zo zult gij een hefoffer den HEERE offeren, [tot] een heilige plaats, van het land; de lengte zal zijn de lengte van vijf en twintig duizend [meetrieten], en de breedte tien duizend; dat zal in zijn gehele grenzen rondom heilig zijn.
Ezechiel 45:3Alzo zult gij meten van deze maat, de lengte van vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend; en daarin zal het heiligdom zijn [met] het heilige der heiligen.
Ezechiel 45:5Voorts zullen de Levieten, die dienaars des huizes, ook de lengte hebben van vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend, hunlieden tot een bezitting, [voor] twintig kameren.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin