H7521 רָצָה
favourable, pleasure, enjoy, please, accept, delight

Bijbelteksten

Job 14:6Wend U van hem af, dat hij rust hebbe, totdat hij als een dagloner aan zijn dag een welgevallen hebbe.
Job 20:10Zijn kinderen zullen zoeken den armen te behagen; en zijn handen zullen zijn vermogen moeten weder uitkeren.
Job 33:26Hij zal tot God ernstiglijk bidden, Die in hem een welbehagen nemen zal, en zijn aangezicht met gejuich aanzien; want Hij zal den mens zijn gerechtigheid wedergeven.
Job 34:9Want hij heeft gezegd: Het baat een man niet, als hij welbehagen heeft aan God.
Psalm 40:14Het behage U, HEERE! mij te verlossen; HEERE! haast U tot mijn hulp.
Psalm 44:4Want zij hebben het land niet geerfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt.
Psalm 49:14Deze hun weg is een dwaasheid van hen; nochtans hebben hun nakomelingen een welbehagen in hun woorden. Sela.
Psalm 50:18Indien gij een dief ziet, zo loopt gij met hem; en uw deel is met de overspelers.
Psalm 51:18Want Gij hebt geen lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen.
Psalm 62:5Zij raadslagen slechts, om [hem] van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela.
Psalm 77:8Zal dan de Heere in eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig zijn?
Psalm 85:2Gij zijt Uw lande gunstig geweest, HEERE! de gevangenis van Jakob hebt Gij gewend.
Psalm 102:15Want Uw knechten hebben een welgevallen aan haar stenen, en hebben medelijden met haar gruis.
Psalm 119:108Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten.
Psalm 147:10Hij heeft geen lust aan de sterkte des paards; Hij heeft geen welgevallen aan de benen des mans.
Psalm 147:11De HEERE heeft een welgevallen aan hen, die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid hopen.
Psalm 149:4Want de HEERE heeft een welgevallen aan Zijn volk; Hij zal de zachtmoedigen versieren met heil.
Spreuken 3:12Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, [in denwelken] hij een welbehagen heeft.
Spreuken 16:7Als iemands wegen den HEERE behagen, zo zal Hij ook zijn vijanden met hem bevredigen.
Spreuken 23:26Mijn zoon! geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren.

Mede mogelijk dankzij