Zacharia 9:7 | En Ik zal zijn bloed uit zijn mond wegdoen, en zijn verfoeiselen van tussen zijn tanden; alzo zal hij ook onzen God overblijven; ja, hij zal zijn als een vorst in Juda, en Ekron als de Jebusiet. |
Zacharia 11:9 | En ik zeide: Ik zal ulieden niet [meer] weiden; wat sterft, dat sterve, en wat afgesneden is, dat zij afgesneden, en dat de overgeblevenen de een des anderen vlees verslinden. |
Zacharia 12:14 | Al de overige geslachten, elk geslacht bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder. |