H7646 שָׂבַע
enough, fill, satiate, , full, satisfy, plenty

Bijbelteksten

Psalm 107:9Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd, en de hongerige ziel met goed vervuld;
Psalm 123:3Zijt ons genadig, o HEERE! zijt ons genadig, want wij zijn der verachting veel te zat.
Psalm 123:4Onze ziel is veel te zat des spots der weelderigen, der verachting der hovaardigen.
Psalm 132:15Ik zal haar kost rijkelijk zegenen, haar nooddruftigen zal Ik met brood verzadigen.
Psalm 145:16[Pe.] Gij doet Uw hand open, en verzadigt al wat er leeft, [naar Uw] welbehagen.
Psalm 147:14Die uw landpalen [in] vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette der tarwe.
Spreuken 1:31Zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen met hun raadslagen.
Spreuken 5:10Opdat de vreemden zich niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet [kome] in het huis des onbekenden;
Spreuken 12:11Die zijn land bouwt, zal van brood verzadigd worden; maar die ijdele [mensen] volgt, is verstandeloos.
Spreuken 12:14Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen.
Spreuken 14:14Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.
Spreuken 18:20Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen.
Spreuken 20:13Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, verzadig u met brood.
Spreuken 25:16Hebt gij honig gevonden, eet dat u genoeg is; opdat gij misschien daarvan niet zat wordt, en dien uitspuwt.
Spreuken 25:17Spaar uw voet van het huis uws naasten, opdat hij niet zat van u worde, en u hate.
Spreuken 27:20De hel en het verderf worden niet verzadigd; alzo worden de ogen des mensen niet verzadigd.
Spreuken 28:19Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden; maar die ijdele [mensen] volgt, zal met armoede verzadigd worden.
Spreuken 30:9Opdat ik, zat zijnde, [U] dan niet verloochene, en zegge: Wie is de HEERE? of dat ik, verarmd zijnde, dan niet stele, en den Naam mijns Gods aantaste.
Spreuken 30:15De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, geef! Deze drie dingen worden niet verzadigd; [ja,] vier zeggen niet: Het is genoeg!
Spreuken 30:16Het graf, de gesloten baarmoeder, de aarde, [die] van water niet verzadigd wordt, en het vuur zegt niet: Het is genoeg!

Mede mogelijk dankzij

Hadderech