H7732 שׁוֹבָל
Sobal

Bijbelteksten

Genesis 36:20Dit zijn de zonen van Seir, den Horiet, inwoners van dat land: Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana,
Genesis 36:23En dit zijn de zonen van Sobal: Alvan en Manahath, en Ebal, en Sefo, en Onam.
Genesis 36:29Dit zijn de vorsten der Horieten: de vorst Lotan, de vorst Sobal, de vorst Zibeon, de vorst Ana.
1 Kronieken 1:38De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, en Dison, en Ezer, en Disan.
1 Kronieken 1:40De kinderen van Sobal waren Aljan, en Manahath, en Ebal, Sefi en Onam; en de kinderen van Zibeon waren Aja en Ana.
1 Kronieken 2:50Dit waren de kinderen van Kaleb, den zoon van Hur, den eerstgeborene van Efratha: Sobal, de vader van Kirjath-jearim;
1 Kronieken 2:52De kinderen van Sobal, den vader van Kirjath-jearim, waren Haroe [en] Hazihammenuchoth.
1 Kronieken 4:1De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal.
1 Kronieken 4:2En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten;

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs