Genesis 36:20 | Dit zijn de zonen van Seir, den Horiet, inwoners van dat land: Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, |
Genesis 36:23 | En dit zijn de zonen van Sobal: Alvan en Manahath, en Ebal, en Sefo, en Onam. |
Genesis 36:29 | Dit zijn de vorsten der Horieten: de vorst Lotan, de vorst Sobal, de vorst Zibeon, de vorst Ana. |
1 Kronieken 1:38 | De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, en Dison, en Ezer, en Disan. |
1 Kronieken 1:40 | De kinderen van Sobal waren Aljan, en Manahath, en Ebal, Sefi en Onam; en de kinderen van Zibeon waren Aja en Ana. |
1 Kronieken 2:50 | Dit waren de kinderen van Kaleb, den zoon van Hur, den eerstgeborene van Efratha: Sobal, de vader van Kirjath-jearim; |
1 Kronieken 2:52 | De kinderen van Sobal, den vader van Kirjath-jearim, waren Haroe [en] Hazihammenuchoth. |
1 Kronieken 4:1 | De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal. |
1 Kronieken 4:2 | En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten; |