Job 34:19 | [Hoe dan tot Dien], Die het aangezicht der vorsten niet aanneemt, en den rijke voor den arme niet kent? Want zij zijn allen Zijner handen werk. |
Jesaja 22:5 | Want het is een dag van beroering, en van vertreding, en van verwarring van den Heere, den HEERE der heirscharen, in het dal des gezicht, [een dag] van ontmuring des muurs, en van geschreeuw naar het gebergte toe. |
Jesaja 32:5 | De dwaas zal niet meer genoemd worden milddadig, en de gierige zal niet [meer] mild geheten worden. |