H7901 שָׁכַב
lien, rest, sleep, lie, lie down, misc
2 Koningen 14:22 | Die bouwde Elath, en bracht haar weder aan Juda, nadat de koning met zijn vaderen ontslapen was. |
2 Koningen 14:29 | En Jerobeam ontsliep met zijn vaderen, met de koningen van Israel; en zijn zoon Zacharia werd koning in zijn plaats. |
2 Koningen 15:7 | En Azaria ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem bij zijn vaderen, in de stad Davids; en zijn zoon Jotham werd koning in zijn plaats. |
2 Koningen 15:22 | Daarna ontsliep Menahem met zijn vaderen; en zijn zoon Pekahia werd koning in zijn plaats. |
2 Koningen 15:38 | En Jotham ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen in de stad van zijn vader David; en zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats. |
2 Koningen 16:20 | En Achaz ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen, in de stad Davids; en Hizkia, zijn zoon, werd koning in zijn plaats. |
2 Koningen 20:21 | En Hizkia ontsliep met zijn vaderen; en zijn zoon Manasse werd koning in zijn plaats. |
2 Koningen 21:18 | En Manasse ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven in den hof van zijn huis, in den hof van Uzza; en zijn zoon Amon werd koning in zijn plaats. |
2 Koningen 24:6 | En Jojakim ontsliep met zijn vaderen; en zijn zoon Jojachin werd koning in zijn plaats. |
2 Kronieken 9:31 | En Salomo ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad zijns vaders Davids; en zijn zoon Rehabeam werd koning in zijn plaats. |
2 Kronieken 12:16 | En Rehabeam ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven in de stad Davids; en zijn zoon Abia werd koning in zijn plaats. |
2 Kronieken 14:1 | Zo ontsliep Abia met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad Davids, en zijn zoon Asa werd koning in zijn plaats. In zijn dagen was het land tien jaren stil. |
2 Kronieken 16:13 | Alzo ontsliep Asa met zijn vaderen; en hij stierf in het een en veertigste jaar zijner regering. |
2 Kronieken 16:14 | En zij begroeven hem in zijn graf, dat hij voor zich gegraven had in de stad Davids, en legden hem op het bed, hetwelk hij gevuld had met specerijen, en dat van verscheidene soorten, naar apothekerskunst toebereid; en zij brandden over hem een ganse grote branding. |
2 Kronieken 21:1 | Daarna ontsliep Josafat met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen in de stad Davids; en zijn zoon Joram werd koning in zijn plaats. |
2 Kronieken 26:2 | Dezelve bouwde Eloth, en bracht ze weder aan Juda, nadat de koning met zijn vaderen ontslapen was. |
2 Kronieken 26:23 | En Uzzia ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem bij zijn vaderen, in het veld van de begrafenis, die van de koningen was; want zij zeiden: hij is melaats; en zijn zoon Jotham werd koning in zijn plaats. |
2 Kronieken 27:9 | En Jotham ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad Davids; en zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats. |
2 Kronieken 28:27 | En Achaz ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad te Jeruzalem; maar zij brachten hem niet in de graven der koningen van Israel; en zijn zoon Jehizkia werd koning in zijn plaats. |
2 Kronieken 32:33 | En Jehizkia ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in het hoogste van de graven der zonen van David; daartoe deden gans Juda en de inwoners van Jeruzalem hem eer aan in zijn dood; en zijn zoon Manasse werd koning in zijn plaats. |