H7969 שָׁלוֹשׁ
thirteenth +, three, third, thirteen +,

Bijbelteksten

Numeri 1:43Waren hun getelden van den stam van Nafthali drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:46Al de getelden dan waren zeshonderd drie duizend vijfhonderd en vijftig.
Numeri 2:13Zijn heir nu, en zijn getelden waren negen en vijftig duizend en driehonderd.
Numeri 2:30Zijn heir nu, en zijn getelden waren drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:32Dezen zijn de getelden van de kinderen Israels, naar het huis hunner vaderen; al de getelden der legers, naar hun heiren waren zeshonderd drie duizend vijfhonderd en vijftig.
Numeri 3:43En alle eerstgeborenen, die mannelijk waren, in het getal der namen, van een maand oud en daarboven, naar hun getelden, waren twee en twintig duizend tweehonderd en drie en zeventig.
Numeri 3:46Aangaande de tweehonderd drie en zeventig, die gelost zullen worden, die overschieten, boven de Levieten, van de eerstgeborenen van de kinderen Israels;
Numeri 3:50Van de eerstgeborenen van de kinderen Israels nam hij dat geld, duizend driehonderd vijf en zestig [sikkelen], naar den sikkel des heiligdoms.
Numeri 4:44Hun getelden nu waren, naar hun geslachten, drie duizend en tweehonderd.
Numeri 10:33Zo togen zij drie dagreizen van den berg des HEEREN; en de ark des verbonds des HEEREN reisde voor hun aangezicht drie dagreizen, om voor hen een rustplaats uit te speuren.
Numeri 12:4Toen sprak de HEERE haastelijk tot Mozes, en tot Aaron, en tot Mirjam: Gij drie, komt uit tot de tent der samenkomst! En zij drie kwamen uit.
Numeri 15:9Zo zal hij tot een jong rund offeren een spijsoffer van drie tienden meelbloem, gemengd met olie, de helft van een hin.
Numeri 22:28De HEERE nu opende den mond der ezelin, die tot Bileam zeide: Wat heb ik u gedaan, dat gij mij nu driemaal geslagen hebt?
Numeri 22:32Toen zeide de Engel des HEEREN tot hem: Waarom hebt gij uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie, Ik ben uitgegaan [u] tot een tegenpartij, dewijl deze weg van Mij afwijkt.
Numeri 22:33Maar de ezelin heeft Mij gezien, en zij is nu driemaal voor Mijn aangezicht geweken; indien zij voor Mijn aangezicht niet geweken ware, zekerlijk Ik zoude u nu ook gedood, en haar bij het leven behouden hebben.
Numeri 24:10Toen ontstak de toorn van Balak tegen Bileam, en hij sloeg zijn handen samen; en Balak zeide tot Bileam: Ik heb u geroepen, om mijn vijanden te vloeken; maar zie, gij hebt hen nu driemaal gedurig gezegend!
Numeri 26:7Dit zijn de geslachten der Rubenieten; en hun getelden waren drie en veertig duizend zevenhonderd en dertig.
Numeri 26:25Dat zijn de geslachten van Issaschar, naar hun getelden: vier en zestig duizend en driehonderd.
Numeri 26:47Dat zijn de geslachten der zonen van Aser, naar hun getelden: drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 26:62En hun getelden waren drie en twintig duizend, al wat mannelijk is, van een maand oud en daarboven; want dezen werden niet geteld onder de kinderen Israëls, omdat hun geen erfenis gegeven werd onder de kinderen Israëls.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken