H8084 שְׁמֹנִים
eightieth, four fourscore, eighty

Bijbelteksten

1 Kronieken 15:9Uit de kinderen van Hebron was Eliel overste, en zijn broederen waren tachtig.
1 Kronieken 25:7En hun getal met hun broederen, die geleerd waren in het gezang des HEEREN, allen meesters, was tweehonderd acht en tachtig.
2 Kronieken 2:2En Salomo telde zeventig duizend lastdragende mannen, en tachtig duizend mannen, die houwen zouden in het gebergte; mitsgaders drie duizend en zes honderd opzieners over dezelve.
2 Kronieken 2:18En hij maakte uit dezelve zeventig duizend lastdragers, en tachtig duizend houwers in het gebergte, mitsgaders drie duizend en zeshonderd opzieners, om het volk te doen arbeiden.
2 Kronieken 11:1Toen nu Rehabeam te Jeruzalem gekomen was, vergaderde hij het huis van Juda en Benjamin, eenhonderd en tachtig duizend, uitgelezenen, geoefend ten oorlog, om tegen Israel te strijden, opdat hij het koninkrijk weder aan Rehabeam bracht.
2 Kronieken 14:8Asa nu had een heir van driehonderd duizend uit Juda, rondas en spies dragende, en tweehonderd en tachtig duizend uit Benjamin, het schild dragende en den boog spannende; al dezen waren kloeke helden.
2 Kronieken 17:15Naast hem nu was de overste Johanan; en met hem waren tweehonderd en tachtig duizend;
2 Kronieken 17:18En naast hem was Jozabad; en met hem waren honderd en tachtig duizend, ten krijge toegerust.
2 Kronieken 26:17Doch Azaria, de priester, ging hem na, en met hem des HEEREN priesters, tachtig kloeke mannen.
Ezra 8:8En van de kinderen van Sefatja, Zebadja, de zoon van Michael; en met hem tachtig manspersonen.
Nehemia 7:26De mannen van Bethlehem en Netofa, honderd acht en tachtig;
Nehemia 11:18Al de Levieten in de heilige stad waren tweehonderd vier en tachtig.
Esther 1:4Als hij vertoonde den rijkdom der heerlijkheid zijns rijks, en de kostelijkheid des sieraads zijner grootheid, vele dagen lang, honderd en tachtig dagen.
Psalm 90:10Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen.
Hooglied 6:8Er zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal.
Jesaja 37:36Toen voer de engel des HEEREN uit, en sloeg in het leger van Assyrie honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die allen waren dode lichamen.
Jeremia 41:5Zo kwamen er lieden van Sichem, van Silo, en van Samaria, tachtig man, hebbende den baard afgeschoren, en de klederen gescheurd, en zichzelven gesneden; en spijsoffer en wierook waren in hun hand, om ten huize des HEEREN te brengen.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken