1 Kronieken 2:43 | De kinderen van Hebron nu waren Korah, en Tappuah, en Rekem, en Sema. |
1 Kronieken 2:44 | Sema nu gewon Raham, den vader van Jorkeam, en Rekem gewon Sammai. |
1 Kronieken 5:8 | En Bela, de zoon van Azaz, den zoon van Sema, den zoon van Joel, die woonde te Aroer, en tot aan Nebo, en Baal-meon, |
1 Kronieken 8:13 | En Beria, en Sema; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners te Ajalon; dezen hebben de inwoners van Gath verdreven. |
Nehemia 8:5 | En Ezra, de schriftgeleerde, stond op een hogen houten stoel, dien zij tot die zaak gemaakt hadden, en nevens hem stond Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan zijn rechterhand; en aan zijn linkerhand Pedaja, en Misael, en Malchia, en Hasum, en Hasbaddana, Zacharja [en] Mesullam. |