H8181 שֵׂעָר
haar, rough, hair, hairy

Bijbelteksten

Ezra 9:3Als ik nu deze zaak hoorde, scheurde ik mijn kleed en mijn mantel; en ik trok van het haar mijns hoofds en mijns baards uit, en zat verbaasd neder.
Psalm 68:22Voorzeker zal God den kop Zijner vijanden verslaan, den harigen schedel desgenen, die in zijn schulden wandelt.
Hooglied 4:1Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! zie, gij zijt schoon; uw ogen zijn duiven[ogen] tussen uw vlechten; uw haar is als een kudde geiten, die [het gras] van den berg Gileads afscheren.
Hooglied 6:5Wend uw ogen van Mij af, want zij doen Mij geweld aan; uw haar is als een kudde geiten, die [het gras] van Gilead afscheren.
Jesaja 7:20Te dien dage zal de Heere door een gehuurd scheermes, [hetwelk] aan gene zijde der rivier is, door den koning van Assyrie, afscheren het hoofd, en het haar der voeten; ja, het zal ook den baard gans wegnemen.
Ezechiel 16:7Ik heb u tot tien duizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot geworden, en zijt gekomen tot grote sierlijkheid; [uw] borsten zijn vast geworden, en uw haar is gewassen, doch gij waart naakt en bloot.
Zacharia 13:4En het zal geschieden te dien dage, dat die profeten beschaamd zullen worden, een iegelijk van wege zijn gezicht, wanneer hij profeteert; en zij zullen geen haren mantel aandoen, om te liegen;

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken