H8199 שָׁפַט
richter

Bijbelteksten

Jeremia 11:20Maar, o HEERE der heirscharen, Gij rechtvaardige Rechter, Die de nieren en het hart proeft! laat mij Uw wraak van hen zien; want aan U heb ik mijn twistzaak ontdekt.
Jeremia 25:31Het geschal zal komen tot aan het einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle vlees; de goddelozen heeft Hij aan het zwaard overgegeven, spreekt de HEERE.
Klaagliederen 3:59[Resch.] Heere! Gij hebt gezien de verkeerdheid, die men mij aangedaan heeft, oordeel mijn rechtzaak.
Ezechiel 7:3Nu is het einde over u; want Ik zal Mijn toorn tegen u zenden, en Ik zal u richten naar uw wegen, en Ik zal op u brengen al uw gruwelen.
Ezechiel 7:8Nu zal Ik in kort Mijn grimmigheid over u uitgieten, en Mijn toorn tegen u volbrengen, en u richten naar uw wegen, en zal op u brengen al uw gruwelen.
Ezechiel 7:27De koning zal rouw bedrijven, en de vorsten zullen met verwoesting bekleed zijn, en de handen van het volk des lands zullen beroerd zijn; Ik zal hun doen naar hun weg, en met hun rechten zal Ik ze richten; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
Ezechiel 11:10Gij zult door het zwaard vallen; in de landpale Israels zal Ik u richten, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
Ezechiel 11:11Deze [stad] zal ulieden niet tot een pot zijn, en gij zult in het midden derzelve [niet] tot vlees zijn; in de landpale Israels zal Ik u richten.
Ezechiel 16:38Daartoe zal Ik u [naar] de rechten der overspeelsters en der bloedvergietsters richten; en Ik zal u overgeven aan het bloed der grimmigheid en des ijvers.
Ezechiel 17:20En Ik zal Mijn net over hem uitspreiden, dat hij gegrepen zal worden in Mijn jachtgaren; en Ik zal daar met hem rechten [over] zijn overtreding, waardoor hij tegen Mij overtreden heeft.
Ezechiel 18:30Daarom zal Ik u richten, o huis Israels! een ieder naar zijn wegen, spreekt de Heere HEERE, keert weder, en bekeert u van al uw overtredingen, zo zal de ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden.
Ezechiel 20:4Zoudt gij hun recht geven, zoudt gij hun recht geven, o mensenkind? Maak hun de gruwelen hunner vaderen bekend;
Ezechiel 20:35Daartoe zal Ik u brengen in de woestijn der volken, en Ik zal met u aldaar rechten, aangezicht aan aangezicht;
Ezechiel 20:36Gelijk als Ik gerecht heb met uw vaderen in de woestijn van Egypteland, alzo zal Ik met u rechten, spreekt de Heere HEERE.
Ezechiel 21:30Keer [uw zwaard] weder in zijn schede! In de plaats, waar gij geschapen zijt, in het land uwer woningen zal Ik u richten.
Ezechiel 22:2Gij nu, mensenkind, zoudt gij der bloedstad recht geven? Zoudt gij ze recht geven? Ja, maak haar bekend al haar gruwelen.
Ezechiel 23:24Die zullen tegen u komen [met] karren, wagenen en wielen, en met een vergadering van volken, rondassen, en schilden, en helmen; zij zullen zich rondom tegen u zetten; en Ik zal voor hun aangezicht het gericht stellen, en zij zullen u richten naar hun rechten.
Ezechiel 23:36En de HEERE zeide tot mij: Mensenkind! zoudt gij Ohola en Oholiba recht geven? Ja, vertoon haar haar gruwelen.
Ezechiel 23:45Rechtvaardige mannen dan, die zullen haar richten [naar] het recht der overspeelsters, en [naar] het recht der bloedvergietsters; want zij zijn overspeelsters, en bloed is in haar handen.
Ezechiel 24:14Ik, de HEERE, heb het gesproken; het zal komen, en Ik zal het doen; Ik zal er niet van wijken, en Ik zal niet verschonen noch berouw hebben; naar uw wegen en naar uw handelingen zullen zij u richten, spreekt de Heere HEERE.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs