H8263 שֶׁקֶץ
abominable, abomination

Bijbelteksten

Leviticus 7:21En wanneer een ziel iets onreins zal aangeroerd hebben, [als] de onreinigheid des mensen, of het onreine vee, of enig onrein verfoeisel, en zal van het vlees des dankoffers, hetwelk des HEEREN is, gegeten hebben, zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden.
Leviticus 11:10Maar al wat in de zeeen en in de rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende ziel, die in de wateren is, geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
Leviticus 11:11Ja, een verfoeisel zullen zij u zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij verfoeien.
Leviticus 11:12Al wat in de wateren geen vinnen en schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
Leviticus 11:13En van het gevogelte zult gij deze verfoeien, zij zullen niet gegeten worden, zij zullen een verfoeisel zijn: de arend, en de havik, en de zeearend,
Leviticus 11:20Alle kruipend gevogelte, dat op vier [voeten] gaat, zal u een verfoeisel zijn.
Leviticus 11:23En alle kruipend gevogelte, dat vier voeten heeft, zal u een verfoeisel zijn.
Leviticus 11:41Voorts alle kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, zal een verfoeisel zijn; het zal niet gegeten worden.
Leviticus 11:42Al wat op zijn buik gaat, en al wat gaat op zijn vier [voeten], of al wat vele voeten heeft, onder alle kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, die zult gij niet eten, want zij zijn een verfoeisel.
Jesaja 66:17Die zichzelven heiligen, en zichzelven reinigen in de hoven, achter een in het midden [derzelve], die zwijnenvlees eten, en verfoeisel, en muizen; te zamen zullen zij verteerd worden, spreekt de HEERE.
Ezechiel 8:10Zo ging ik in, en ik zag, en ziet, er was alle beeltenis van kruipende dieren en verfoeilijke beesten, en van alle drekgoden van het huis Israels, geheel rondom aan den wand gemaald.

Mede mogelijk dankzij