H8266 שָׁקַר
liegen, bedriegen, ontrouw worden

Bijbelteksten

Genesis 21:23Zo zweer mij nu hier bij God: Zo gij mij, of mijn zoon, of mijn neef liegen zult! naar de weldadigheid, die ik bij u gedaan heb, zult gij doen bij mij, en bij het land, waarin gij als vreemdeling verkeert.
Leviticus 19:11Gij zult niet stelen, en gij zult niet liegen, noch valselijk handelen, een iegelijk tegen zijn naaste.
1 Samuel 15:29En ook liegt Hij, Die de Overwinning van Israël is, niet, en het berouwt Hem niet; want Hij is geen mens, dat Hem [iets] berouwen zou.
Psalm 44:18Dit alles is ons overkomen, nochtans hebben wij U niet vergeten, noch valselijk gehandeld tegen Uw verbond.
Psalm 89:34Maar Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wegnemen, en in Mijn getrouwheid niet feilen.
Jesaja 63:8Want Hij zeide: Zij zijn immers Mijn volk, kinderen, [die] niet liegen zullen? Alzo is Hij hun geworden tot een Heiland.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken