Psalm 71:8 | Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof, den gansen dag met Uw heerlijkheid. |
Psalm 71:14 | Doch ik zal geduriglijk hopen, en zal al Uw lof nog groter maken. |
Psalm 78:4 | Wij zullen het niet verbergen voor hun kinderen, voor het navolgende geslacht, vertellende de loffelijkheden des HEEREN, en Zijn sterkheid, en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft. |
Psalm 79:13 | Zo zullen wij, Uw volk en de schapen Uwer weide, U loven in eeuwigheid, van geslacht tot geslacht; wij zullen Uw roem vertellen. |
Psalm 100:4 | Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam. |
Psalm 102:22 | Opdat men den Naam des HEEREN vertelle te Sion, en Zijn lof te Jeruzalem; |
Psalm 106:2 | Wie zal de mogendheden des HEEREN uitspreken, al Zijn lof verkondigen? |
Psalm 106:12 | Toen geloofden zij aan Zijn woorden; zij zongen Zijn lof. |
Psalm 106:47 | Verlos ons, HEERE, onze God! en verzamel ons uit de heidenen, opdat wij den Naam Uwer heiligheid loven, ons beroemende in Uw lof. |
Psalm 109:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. O God mijns lofs! zwijg niet. |
Psalm 111:10 | [Resch.] De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; [Schin.] allen, die ze doen, hebben goed verstand; [Thau.] Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid. |
Psalm 119:171 | Mijn lippen zullen [Uw] lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben. |
Psalm 145:1 | Een lofzang van David. [Aleph.] O mijn God, Gij Koning! ik zal U verhogen, en Uw Naam loven in eeuwigheid en altoos. |
Psalm 145:21 | [Thau.] Mijn mond zal den prijs des HEEREN uitspreken, en alle vlees zal Zijn heiligen Naam loven in der eeuwigheid en altoos. |
Psalm 147:1 | Looft den HEERE, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk. |
Psalm 148:14 | En Hij heeft den hoorn Zijns volks verhoogd, den roem al Zijner gunstgenoten, der kinderen Israels, des volks, dat nabij Hem is. Hallelujah! |
Psalm 149:1 | Hallelujah! Zingt den HEERE een nieuw lied; Zijn lof zij in de gemeente [Zijner] gunstgenoten. |
Jesaja 42:8 | Ik ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen anderen geven, noch Mijn lof den gesneden beelden. |
Jesaja 42:10 | Zingt den HEERE een nieuw lied, Zijn lof van het einde der aarde; gij, die ter zee vaart, en al wat daarin is, gij eilanden en hun inwoners. |
Jesaja 42:12 | Laat ze den HEERE de eer geven, en Zijn lof in de eilanden verkondigen. |