H8478 תַּחַת
from, with, flat, in the same place, as, for, under, instead

Bijbelteksten

2 Samuel 22:10En Hij boog den hemel, en daalde neder; en donkerheid was onder Zijn voeten.
2 Samuel 22:37Gij hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij; en mijn enkelen hebben niet gewankeld.
2 Samuel 22:39En ik verteerde hen, en doorstak ze, dat zij niet weder opstonden; maar zij vielen onder mijn voeten.
2 Samuel 22:40Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder mij nederbukken, die tegen mij opstonden.
2 Samuel 22:48De God, Die mij volkomene wraak geeft, en de volken onder mij nederwerpt;
1 Koningen 1:30Voorzeker, gelijk als ik u gezworen heb bij den HEERE, den God Israels, zeggende: Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn, en zal op mijn troon in mijn plaats zitten; voorzeker, alzo zal ik te dezen zelfden dage doen.
1 Koningen 1:35Dan zult gij achter hem optrekken, en hij zal komen, en zal op mijn troon zitten, en hij zal koning zijn in mijn plaats; want ik heb geboden, dat hij een voorganger zou zijn over Israel en over Juda.
1 Koningen 2:35En de koning zette Benaja, den zoon van Jojada, in zijn plaats over het heir; en Zadok, den priester, zette de koning in de plaats van Abjathar.
1 Koningen 3:7Nu dan, HEERE, mijn God! Gij hebt Uw knecht koning gemaakt in de plaats van mijn vader David; en ik ben een klein jongeling, ik weet niet uit te gaan noch in te gaan.
1 Koningen 4:12Baana, de zoon van Ahilud, had Taanach, en Megiddo, en het ganse Beth-sean, hetwelk is bij Zartana, beneden van Jizreel, van Beth-sean aan tot Abel-mehola, tot op gene zijde van Jokmeam.
1 Koningen 4:25En Juda en Israel woonden zeker, een iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom, van Dan tot Ber-seba, al de dagen van Salomo.
1 Koningen 5:1En Hiram, de koning van Tyrus, zond zijn knechten tot Salomo (want hij had gehoord, dat zij Salomo tot koning gezalfd hadden in zijns vaders plaats), dewijl Hiram David altijd bemind had.
1 Koningen 5:3Gij weet, dat mijn vader David den Naam des HEEREN, zijns Gods, geen huis kon bouwen, vanwege de oorlogen, waarmede zij hem omsingelden, totdat de HEERE hen onder zijn voetzolen gaf.
1 Koningen 5:5En zie, ik denk voor den Naam van den HEERE, mijn God, een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David, zeggende: Uw zoon, dien Ik in uw plaats op uw troon zetten zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.
1 Koningen 7:24En onder haar rand waren knoppen, dezelve rondom omsingelende, tien in een el, omringende die zee rondom; twee rijen dezer knoppen waren in haar gieting gegoten.
1 Koningen 7:29En op de lijsten, die tussen de kransen waren, waren leeuwen, runderen en cherubs; en op de kransen was een voet boven henen; en onder de leeuwen en runderen bijvoegselen van uitgerekt werk.
1 Koningen 7:30En een stelling had vier koperen raderen, en koperen platen; en haar vier hoeken hadden schouderen; onder het wasvat waren deze gegoten schouderen ter zijde van ieders bijvoegselen.
1 Koningen 7:32De vier raderen nu waren onder de lijsten, en de assen der raderen aan de stelling; en de hoogte van een rad was een el en een halve el.
1 Koningen 7:44Daartoe de enige zee; en de twaalf runderen onder die zee.
1 Koningen 8:6Alzo brachten de priesteren de ark des verbonds des HEEREN tot haar plaats, tot de aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel