Spreuken 19:1 | De arme, in zijn oprechtheid wandelende, is beter dan de verkeerde van lippen, en die een zot is. |
Spreuken 20:7 | De rechtvaardige wandelt steeds in zijn oprechtheid; welgelukzalig zijn zijn kinderen na hem. |
Spreuken 28:6 | De arme, wandelende in zijn oprechtheid, is beter, dan die verkeerd is van wegen, al is hij rijk. |
Jesaja 47:9 | Doch deze beide dingen zullen u in een ogenblik overkomen, op een dag, de beroving van kinderen en weduwschap; volkomenlijk zullen zij u overkomen, vanwege de veelheid uwer toverijen, vanwege de menigte uwer bezweringen. |