H8548 תָּמִיד
altijd, gedurig

Bijbelteksten

Psalm 51:5Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij.
Psalm 69:24Laat hun ogen duister worden, dat zij niet zien; en doe hun lenden gedurig waggelen.
Psalm 70:5Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt!
Psalm 71:3Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, om geduriglijk daarin te gaan; Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen, want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg.
Psalm 71:6Op U heb ik gesteund van den buik aan; van mijner moeders ingewand aan zijt Gij mijn Uithelper; mijn lof is geduriglijk van U.
Psalm 71:14Doch ik zal geduriglijk hopen, en zal al Uw lof nog groter maken.
Psalm 72:15En hij zal leven; en men zal hem geven van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk voor hem bidden; den gansen dag zal men hem zegenen.
Psalm 73:23Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat;
Psalm 74:23Vergeet niet het geroep Uwer wederpartijders; het getier dergenen, die tegen U opstaan, klimt geduriglijk op.
Psalm 105:4Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte; zoekt Zijn aangezicht geduriglijk.
Psalm 109:15Dat zij gedurig voor den HEERE zijn; en Hij roeie hun gedachtenis uit van de aarde.
Psalm 109:19Die zij hem als een kleed, [waarmede] hij zich bedekt, en tot een gordel, waarmede hij zich steeds omgordt.
Psalm 119:44Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.
Psalm 119:109Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.
Psalm 119:117Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken.
Spreuken 5:19Een zeer liefelijke hinde, en een aangenaam steengeitje; laat u haar borsten te allen tijd dronken maken; dool steeds in haar liefde.
Spreuken 6:21Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals.
Spreuken 15:15Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.
Spreuken 28:14Welgelukzalig is de mens, die geduriglijk vreest; maar die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen.
Jesaja 21:8En hij riep: Een leeuw, Heere! ik sta op den wachttoren geduriglijk bij dag, en op mijn hoede zet ik mij ganse nachten.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken