H8615 תִּקְוָה
line, the thing that I long for, expectation, , hope

Bijbelteksten

Jozua 2:18Zie, wanneer wij in het land komen, zo zult gij dit snoer van scharlakendraad aan het venster binden, door hetwelk gij ons zult nedergelaten hebben; en gij zult tot u in het huis vergaderen uw vader, en uw moeder, en uw broeders, en het ganse huisgezin uws vaders.
Jozua 2:21Zij nu zeide: Het zij alzo naar uw woorden. Toen liet zij hen gaan; en zij gingen heen; en zij bond het scharlakensnoer aan het venster.
Ruth 1:12Keert weder, mijn dochters! Gaat heen; want ik ben te oud om een man te hebben. Wanneer ik al zeide: Ik heb hoop, of ik ook in dezen nacht een man had, ja, ook zonen baarde;
Job 4:6Was niet uw vreze [Gods] uw hoop, en de oprechtheid uwer wegen uw verwachting?
Job 5:16Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond toe.
Job 6:8Och, of mijn begeerte kwame, en dat God mijn verwachting gave;
Job 7:6Mijn dagen zijn lichter geweest dan een weversspoel, en zijn vergaan zonder verwachting.
Job 8:13Alzo zijn de paden van allen, die God vergeten; en de verwachting des huichelaars zal vergaan.
Job 11:18En gij zult vertrouwen, omdat er verwachting zal zijn; en gij zult graven, gerustelijk zult gij slapen;
Job 11:20Maar de ogen der goddelozen zullen bezwijken, en de toevlucht zal van hen vergaan, en hun verwachting zal zijn de uitblazing der ziel.
Job 14:7Want voor een boom, als hij afgehouwen wordt, is er verwachting, dat hij zich nog zal veranderen, en zijn scheut niet zal ophouden.
Job 14:19De wateren vermalen de stenen, het stof der aarde overstelpt het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt; alzo verderft Gij de verwachting des mensen.
Job 17:15Waar zou dan nu mijn verwachting wezen? Ja, mijn verwachting, wie zal ze aanschouwen?
Job 19:10Hij heeft mij rondom afgebroken, zodat ik henenga, en heeft mijn verwachting als een boom weggerukt.
Job 27:8Want wat is de verwachting des huichelaars, als hij zal gierig geweest zijn, wanneer God zijn ziel zal uittrekken?
Psalm 9:19Want de nooddruftige zal niet voor altoos vergeten worden, [noch] de verwachting der ellendigen in eeuwigheid verloren zijn.
Psalm 62:6Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting.
Psalm 71:5Want Gij zijt mijn Verwachting, Heere, HEERE! mijn Vertrouwen van mijn jeugd aan.
Spreuken 10:28De hoop der rechtvaardigen is blijdschap; maar de verwachting der goddelozen zal vergaan.
Spreuken 11:7Als de goddeloze mens sterft, vergaat zijn verwachting; zelfs is de allersterkste hoop vergaan.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken