H9006 ו
vav

Bijbelteksten

Genesis 9:21En hij dronk van dien wijn, en werd dronken; en hij ontblootte zich in het midden zijner tent.
Genesis 9:22En Cham, Kanaans vader, zag zijns vaders naaktheid, en hij gaf het zijn beiden broederen daar buiten te kennen.
Genesis 9:23Toen namen Sem en Jafeth een kleed, en zij legden het op hun beider schouderen, en gingen achterwaarts, en bedekten de naaktheid huns vaders; en hun aangezichten waren achterwaarts [gekeerd], zodat zij de naaktheid huns vaders niet zagen.
Genesis 9:24En Noach ontwaakte van zijn wijn; en hij merkte wat zijn kleinste zoon hem gedaan had.
Genesis 9:25En hij zeide: Vervloekt zij Kanaan; een knecht der knechten zij hij zijn broederen!
Genesis 9:26Voorts zeide hij: Gezegend zij de HEERE, de God van Sem; en Kanaan zij hem een knecht!
Genesis 9:27God breide Jafeth uit, en hij wone in Sems tenten! en Kanaan zij hem een knecht!
Genesis 9:28En Noach leefde na den vloed driehonderd en vijftig jaren.
Genesis 9:29Zo waren al de dagen van Noach negenhonderd en vijftig jaren; en hij stierf.
Genesis 10:1Dit nu zijn de geboorten van Noachs zonen: Sem, Cham, en Jafeth; en hun werden zonen geboren na den vloed.
Genesis 10:2De zonen van Jafeth zijn: Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Thiras.
Genesis 10:3En de zonen van Gomer zijn: Askenaz, en Rifath, en Togarma.
Genesis 10:4En de zonen van Javan zijn: Elisa, en Tarsis; de Chittieten en Dodanieten.
Genesis 10:6En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim, en Put, en Kanaan.
Genesis 10:7En de zonen van Cusch zijn: Seba en Havila, en Sabta, en Raema, en Sabtecha. En de zonen van Raema zijn: Scheba en Dedan.
Genesis 10:8En Cusch gewon Nimrod; deze begon geweldig te zijn op de aarde.
Genesis 10:10En het beginsel zijns rijks was Babel, en Erech, en Accad, en Calne in het land Sinear.
Genesis 10:11Uit ditzelve land is Assur uitgegaan, en heeft gebouwd Nineve, en Rehoboth, Ir, en Kalach.
Genesis 10:12En Resen, tussen Nineve en tussen Kalach; deze is die grote stad.
Genesis 10:13En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten,

Mede mogelijk dankzij