Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
**ἑδραῖος, -ον (< ἕδρα, a seat), [in Sm.: Ps 32 (33):14, al. ;] 1. sitting, seated. 2. steadfast, firm; metaph., of moral fixity: I Co 7:37 15:58, Col 1:23.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
ἑδραῖος, α, ον, Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!