Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
ζωγρέω, -ῶ (< ζωός, alive, + ἀγρεύω), [in LXX chiefly for חיה H2421 hi.;] to catch alive, take captive: metaph., Lk 5:10; pass., II Ti 2:26 (on the meaning and construction, v. Ellic., CGT, in l.).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
ζωγρ-έω,