G3168_μεγαλειότης
grootsheid, heerlijkheid
Taal: Grieks

Statistieken

Komt 3x voor in 3 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

megaleioti̱s̱,
Bronnen

Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

μεγαλειότης, -ητος, ἡ (< μεγαλεῖος), [in LXX: Je 40 (33):9 (תִּפְאֶרֶת H8597), Da LXX 7:27, I Es 1:5 4:40*;] splendour, magnificence: Lk 9:43, Ac 19:27, II Pe 1:16 (freq. in π. as a ceremonial title, MM, xvi).†

Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon

Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)

μεγᾰλει-ότης, ητος, ἡ,
  majesty, magnificence, LXX “Je.” 40 (33). 9, NT.Luke.9.43, Athenaeus Epigrammaticus 4.130f, Damascius Philosophus “de Principiis” 94; ἡ τῶν πυραμίδων μ. “OGI” 666.26 (Egypt, 1st c.AD); of a person, greatness, Supp.epigram 3.583.6 (Olbia, 2nd-3rd c.AD).
__II as a title, “Majesty”, ἡ σὴ μ. Josephus Historicus “Antiquitates Judaicae” 8.4.3, compare “CPHerm.” 52.23 (3rd c.AD) ; ἐν ταῖς μ. γενήσεται Vettius Valens Astrologus 70.4 ; also, = Latin majestas, ἡ μ. τοῦ Ῥωμαίων δήμου “PGiss.” 40i 11 (3rd c.AD).

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks μεγαλεῖος G3167 "groots, prachtig";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel