Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
ʾûrîm, zn. mnl.; van onbekende origine (E. Klein, p. 14), volgens sommigen afgeleid van אוּר H217 (E. Klein, p. 14);
1) Urim, een van de orakelstenen op de borstplaat van de hogepriester (Ex. 28:30; Lev. 8:8; Num. 27:21; Deut. 33:8; 1 Sam. 28:6; Ezr. 2:63; Neh. 7:65)