niets, niet, zonder, niet hebben (van bezit), niet bestaan, niets (waard) zijn, geen
Taal: Hebreeuws
Statistieken
Komt 792x voor in 38 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
bw van een primitieve stam betekenend 'niets (waard) zijn' of 'niet bestaan'; TWOT - 81
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
אַ֫יִן, אָ֑֫יִן cstr. אֵיןsubst. prop. nothing, nought1to nothing, as nothing2 cstr. אֵין, very freq. as particle of negation, is not, are not, was not, were not3אֵין לְ׳, with subst., or pron., there is (was) not to … = … have, has, had, etc. not4 in circumst. clauses 5 with inf. and ל׳, it is not to … 6 with prefixes
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H369אַיִןʼayin; as if from a primitive root meaning to be nothing or not exist; a nonentity; generally used as a negative particle — else, except, fail, (father-) less, be gone, in(-curable), neither, never, no (where), none, nor, (any, thing), not, nothing, to nought, past, un(-searchable), well-nigh, without. Compare 370.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws אָוֶןH205 "heilloos, onheil, ondeugd, ongerechtigheid, onrecht, ongerechtig, ijdelheid, boosheid"; Hebreeuws אַיִןH370 "waarvan, vanwaar, van waar, waar"; Hebreeuws אִיןH371 "geen, is hier geen";