H4904_ מִשְׁכָּב
slaapkamer, bed
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Bed, Slaapkamer,

Statistieken

Komt 46x voor in 18 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie


1) "bed"; מִשְׁכָּב miškāb "bed" (Hoogl. 3:1) is de algemene term voor een huwelijksbed (HALOT 646 s.v. מִשְׁכָּב; BDB 1012 s.v. מִשְׁכָּב) in tegenstelling tot עֶרֶש ʿereš "bank" (Hoogl. 1:16). Verschillende keren heeft מִשְׁכָּב miškāb "bed" openlijke seksuele connotaties, bv. ter aanduiding van de plaats van copulatie (Gen. 49:4, Lev. 18:22; 20:13, Num. 31:17, 35; Richt. 21:11, 12; Spr. 7:17; Jes. 57:7-8). Het zelfstandig naamwoord wordt gebruikt in de uitdrukking מִשְׁכָּב דֹּדִים miškāb dōdîm "liefdes-bed", met ook hier voor de hand liggende seksuele connotaties (Ezech. 23:17); 2) slaapkamer;



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

מִשְׁכָּב 46 n.m. place of lying, couch; act of lying

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H4904 מִשְׁכָּב mishkâb; from 7901; a bed (figuratively, a bier); abstractly, sleep; by euphemism, carnal intercourse — bed(-chamber), couch, lieth (lying) with.

Synoniemen en afgeleide woorden

Aramees מִשְׁכַּב H4903 "bed"; Hebreeuws שָׁכַב H7901 "lien, rest, sleep, lie, lie down, misc";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij